De stof van hun landseigene kleeding wordt door de vrouwen vervaardigd van den
binnenbast der papier-moerbezie. Zij zijn de eenige vervaardigsters en in dit werk
verwonderlijk händig en geduldig. Voor de fijne stoffen kiezen zij altijd zeer ionge
boomen, met ouder dan 14 of 15 mäanden en niet dikker dan 6 tot 9 centimeter
in middellip. Zij beginnen met den boom om te hakken, er den bast af-te schiffen
en men 48 uren in water te weekeu, teneinde den ruwen buitensten bast gemak-
kelijk van den dünnen en fijnen binnenbast te kunnen verwijderen. Door aanhoudend
kloppen maken zij dezen hoe langer hoe breeder en dünner; hij tot m het oneindige worden uitgeklopt. kan dan ook bijna.
Daar de strooken boombast niet breeder dan 20 ä 25 centimeter zijn, worden een
aantal van deze tot een gemaakt door de randen op elkander te leggen en tusschen
HET MAKEN VAN KLEEDINGSTOFFEN OP SAMOA.
deze „arrow-root” te doen, in water opgelost. De zòo vereenigde stukken worden
zoipj noieourswp rognekkelolipjkt ; uizti j mmeeark edna nd aunit séléenc hststu éké nb egsetohnedeel nu, itv, erwdawairjbniej n.alle teekenen, dat.
Is er nu een stuk van genoegzame grootte gemaakt, dan wordt het gedrukt en
geverfd. De kleurstoffen zijn gewoonlijk drieerlei: rood, bruin en geel. De eerste
kleuren ^ verkrijgt men van verschiffende aardsoorten, de derde van de onmisbare
,.turmeric . De vrouwen, die de stof. maken èn drukken, vervaardigen de verfstoffen
niet ; dit is een afzonderlijke bezigheid, want op deze eilanden zijn de verschillende
ibne roInedpieen heent gbeevdarli jivse. n strikt beperkt tot zekere familién, evenals dit met de kästen
Het patroon wordt gevormd door de buigzame. ribben van k-okos-bladeren op een
plank te bevestigen. Zijn deze nu geheel hard en droog geworden, dan spant men
er de stof over en wrijft de verfstof met een stijven borstel in, zoodat deze alleen
blijft zitten op die gedèelten der stof, tegen welke het verheven patroon, hetwelk er Bl dewoorgaande bladzijde ziet men de verschillende handelingen voorgesteld,
waardoor de hast in kleedingstoffen veranderd wordt. Rechts op den voorgrond zijn
eenige vrouwen, geknield in den stroom, bezig den „liber of binnenbast van elk
vezeltje van den buitenbast te ontdoen. Een vrouw bekijkt een stuk tegen het licht,
om te zien, of het geheel zuiver is. Achter haar, op het midden der afbeelding,
mbeestp eduer tV mieerkna nntoeg hmameeerr sv; reoeunw ehno;u detn kzieelhe n zijn aan het werk den hast te kloppen o n l e d i g met twee stukken met „arrow-root
aan elkander te plakken. Meer op den achtergrond is een andere vrouw bezig met
het werk hetwelk meer kunstvaardigheid vereischt, namelijk het wnjven der vertstot
over de stof, die op de plank ligt, waarop het .patroon be.vestigd is ; verderop staan
twee zulke planken, om het patroon van kokosbladeren te doen zien. In het verschiet
hanOgoekn daen dmearett evnr,o udwiee nto dt ea fnsolugi tvinogc hdtiegre hsutoisfw taen dderong, etno.t zeilen, enz. dienen, worden
uitsluitend door de vrouwen bewerkt en men vindt daaronder wäre meesterstukken
v a Dn ev lveacnh towuedrskh, ewr agaerloiepf dzei js izeereard etnro thsecehf t zmijne.n veelal behouden. rZ, oo d, ragen .b.i.j t„ee_-
teliike gelegenheden de voornamen met nautilusschelpen bezette netten, de vrouwen
kämmen uit de ribben van kokosbladeren. Zij houden van geurende, veelkleurige
bloemen en dragen armbanden en halsbanden van roode vederen, schildpad, hoorn
en varkenstanden, paarlemoerschelpen, en sedert de komst der Europeanen ook met
^ De bouw der woningen is nog in hoofdzaak dezelfde. Alleen hebben enkele hoof-
den zieh woningen in Europeeschen stijl laten bouwen en van Europeesche meubelen
doen voorzien, welke echter wel door werklieden uit de Samoaners vervaardigd
worden. Doch de volkswoningen gelijken nog omgekeerde booten, aan het eind als
een bijenkorf uitziende ; het zijn nog dezelfde modellen, als Laperouse beschreef. Zij
worden inwendig zeer rein gehouden. De zijwanden bestaan uit 4 a 5 voet hooge
stiilén van nat bewerkte boomstammen, met matten er tusschen, die men overdag
in de hoogte trekt. Het dak bestaat uit kokos- en suikerrietbladeren. Alles wordt
door binden met kokosbast vereenigd. De hutten staan onder vruchtboomen zonder
orde verstrooid; op een kringvormig, met schoone b o o m e n begroeid grasplein, de
malé, vindt men een grooter en met meer zorg ingericht gebouw, dat dient tot
samenkomst bij openbare besprekingen en tot onder dak brengen van vreemde-
linHgeent ; hhoeotf dwvoeerdds evlr obeegsetra aoto ku ita lsp latenmtepne le ng evbreuzicghdt.en; deze eilanders hebben, evenals
allé Polynesische, een arme dierenwereld. Vroeger was de hond een lievehngs-
gerecht; bij feestmalen worden algemeen värkens opgedischt, welke zoowel wild als
tarn voorkomen, en tegen welker aanvallen de plantages met steenen muren be-
schermd worden. De toebereiding der spijzen is geheel de taak der mannen; zij
geschiedt, als men niet aan rauwe spijzen de voorkeur geeft, op de bekende Polynesische
wijze door heete steenen. Men eet echter ook vleesch en visch rauw. Uok
verstaan de Samoaners zeer goed de kunst, gerechten uit verschillende bestanddeelen
samen te stellen. Zeer geliefd is de in gisting overgegane broodvrucht, welke men
in Vdaen aamrdene scbheegnraeatefrti je nm doaeat r meeenni gde em Saaamndoeann elrasa t vlriigjsgpenre.ken; het schijnt soms ge-
schDieed ot-ee wzoinjne, ddroacnhk e nbkeeslt aoamt uziite hw taét ewr reenk ende. melk der kokosnoot; daarenboven uit
kawa”, den geliëfden Inlandschen drank in Polynésie, welke door het uitkauwen der
wortels van Piper mëthysticum bereid wordt, wat veelal door.jonge meisjes geschiedt.
Om d e , spijzen te kruiden, gebruikte men het zeewater ; de zee leverde daar
visLscahnegne,n mtoijsds elheand, hmoelno theuerni ëonn genuzn.s, tiogoek vhoeotr sbteelllainngg rvijakns ted evno eadasnelle. g en het karakter
der Samoaners; na de gevechten met Lapérouse hield men hen v o o r gevaarlijke
wilden en erge kannibalen. Toen men nader met hen bekend werd, bleek de onjuist-
heid van deze meening.