BEN LAND8CHAP VAN NIEUW-QUINEA. BEN MEEEDOKP DEB MOTü’s .
TALISMANS. HUWELIJKSLEVEN. LITTERATUUR. 267
De Papoea’s ziin geen helden; als het op vechten aankomt kiezen hazenpaL Dat zij zelf altijd gewapend zijn, is een gevolg van zij spoedig het d e herrschende
toestanden, die een onverwachten aanval van andere stammen steeds mogelyk maken,
daar er geen bestuur gevonden wordt, om geschillen bij te leggen. Veeten komen
dan ook veel voor; veelal zijn zij het gevolg van menschenroof. Een goed bemande
prauw ontmoet een paar zorgelooze visschers of ziet op een |J | # e n .p je k je n ^ e
taieidmealiaikk t acohmte rgdeiel atwene ervloroouzwe epne resonn eknm dgeerveann,k eehnj k vawne gd et eo vveoremreanc,h ts owmos rdtet gdeobordueink.
De noodige middelen worden beraamd, om hierover wraak te nem en.D ezebestaan
hoofdzakehik in het uitrusten van een paar oorlogsprauwen, en op een günstig tijdstip
trekt men ten strijde. De vloot bestaat op zijn minst uit drie prauwen, elk met.
20—30 strijders, rijkelijk van wapenen voorzien. Zij vallen de betrokken kampong
echter niet aan, maar verbergen zieh in de nabijheid, en als enkele heden
daHareuti t dvoeordwenil dvearne nh, ewt osrldaecnh todfifee r obvieerdvat llgeenl eegne ngheedido otdo to fh emt etdoeogneevno evrdan. zoogenaamde
danoerheid Wie nog nooit een kop heeft afgeslagen, kan geen aanspraak maken op
den naam van held. Als de door pijl of lans gewonde neervalt, wordt bem bet hoofd
afa-ehouwen en dit als zegeteeken medegevoerd. De overwinnaar wordt bij zijn
tefuo-keer met lof binnengehaald; de gesnelde schedels worden voor de deur zijner
wonfng opgeliangen, dikwerf beschilderd, terwijl een rondedans daarom> g e r n ^
wordt. D il schedels worden nooit afgenomen, maar wel door meuwe aangevuld.
DeDrse- elsiitkrae nmdboeowrdotnoecrhst enzi jwn ogrdeeenn haonntghir ogpeonpoheamgde.n; alleen m het bmnenland komen
De Papoea’s hebben ook hun talismans. Zij worden aan een touwtje om den hals
gedragen, zoodat zij op borst of rüg hangen; zij moeten de mannen zoowel moedig
maken als beschermen tegen aanvallen. Ook moeten zij longeheden die ze op den
m g dragen, als toovermiddel dienen, om een of ander meisje tot zieh te trekken.
Aan enkele talismans zijn stukjes hont of worteltjes gehecht ; bij tochten tegen een
vijandelijken stam wordt hiervan iets afgesebraapt en het afschrapsel t e g e j kme t
sirih gekauwd. Ook steekt men van die tooverhoutjes wel het einde in brand en eet
iets van het verkoolde gedeelte op, soms tot afwering van regen bij het ten strijde
trekken.
De verhoudingen tussehen man en vrouw en vele toestanden verschillen bij de
Papoea’s, daarom mag men hetgeen van eemg deel gezegd wordt met in het algemeen
tloevepenas sneonc. h Ihne t hevta dDerurietcschht, gneobciehd , hezte gtm oKerdieegrreerc, hbt eusittasalut itveonodr, hdeotc hm aeaetns cthuaspspcheleinjk-
toestand tussehen beide. De vrouw Staat hier geenszins m een verhouding van slavm
teo-enover den man; de man mag zijn vrouw met verkoopen, noch verpanden, en
sleBehiit s dzee ldPeanp oheoao’sr t bmeestna aetr pvoalny geaemni es. iecHhteet bies haenend ehznegd e,d edra tv reoeunw oenn.gehuwd meisje
zieh aan elken stamgenoot mag prijsgeven, doch als zij een man heeft, moet zij zieh
daaraan houden. Het meisje wordt voor het huwehjk verkocht.
LITTERATUUR.
F. S. A. d e C le r c q en J. D. E. S c h m e ltz . Ethnographische beschrijving van Nieuw-
Guinea. Leiden, 1893. . A . H a g a . Nederl. Nieuw-Guinea. Batavia—Den Haag, 1884.
J W L in d t, Pieturesque New-Guinea. London, 1887. ^ 0 M. K r ie g e r . Neu-Guinea, mit Beiträgen von Dr. A . Danckelmann, Dr. b. von
Luschau und Otto Warburg. Berlin, 1899.
F in s c h ; NeRup-iGseu iinne ad iuen dIn sseeliwnee lBt edweso hBnaenr.da Meeres. Berlin, 189o.