H O O F D S T U K X X \ ,
P O L Y N E S I E R S E N M I C R 0 N E S I E R S .
A l g e m e e n e b e s c h o d w i n g e n .
De tweede groep van eilanden in den Grooten Oceaan, die | vat men samen onder den naam Polvnesie (— veel eilanHorAi j besprej ken wwiilllleenn ,
gmreone peene:n dgero oTteo ngmae-m, gStea mkoleai-n,e EeiUlainced-e,n , Uwnaioanrv-,a nP dheo evnoioxr-n aaMmosntea hzEiii^. d^voG°e nde
Cooks-, Australie- of Tubuai-, Gezelschaps-, Paumotu- of Taumotu- ’ Marauesas’
geenr eHkeanwda mu-oeeilta wndoerdne, n.t eDrwe ijble wNoineeurws -dZeezeelra nedil anind enet hvnaotg mraepnh itsocth eeenn zeitnli nnoro,k hi ie- rto, e groep samen, die men de Polynesiers noemt. men tot een ethnographische
Behalve de genoemde eilanden vindt men in Oceanie nog eenige groepen zeer klein*
«landen, die m ethnographisch opzicht van de bovengenofmde verschillen Deze vat
men samen onder den naam Micronesie (= kleine eilanden). Hiertoe behooren de
Marianen-, Carolinen-, Marshall- en de Gilbert-eüanden. De bewoners dezer eilanden
de M™ela nesasimeresn eonn ddee r Pdoelny nnesaiaemrs , Meiecnr opnerosideursk.t Zdijl v ovremrmeenn ge“en ^overe-anownlt U S U
voDrme enP olmyneeesri e.brse pabaelhdo oereenn ttoakt dvea ng"r odeo tef aglnrolieepP ddeerr Maleisch-PnlvnosicGio i d“
infH «d ewV of r o X ^ n0c1 ®IaÜau e“ z0m0hf evne sdtoig0d^ esnt rooopm deen eenil awndinedne ntu wssecrhdeenn 1v8o0o°rt g0ed Lre veenn 109 W.L. en van Nieuw-Zeeland tot 30° N B r
Dat de Polynesiers,tot de Maieiers behooren, wordt in de eerste nlaats ree,!«:
hun talen aangeduid, die tot de Maleisch-Polynesische talen behooren fzie nan 3\
K a l t r s ^ t nn e r lijk ~wat s c h i e r ^ J ^
De huidkleur der Polynesiers is over ’t geheel lichtbruin; zij hebben zwart ofibrum
een^Wplaft - gIXedurukktteenr f nme us, lvso> lle nl ihp°p°egn ,g eW™iettlefd tvanoodrehno,o fkdl,e idnoen koeorfee,.n s cehni tteeerne nadfeg eoroognedne,
km. Hun hchaamsbouw is schoon, met flinke gestalte, welker bouw echter veel af
wisselt met het verschil in voeding. Schoon in Europeeschen ziM lijn de gezTcbten
bepaald met te noemen; het schoonste Samoasche meisje kan op zijn hoogst met
maarD duaitasrcehn tebgoeenre nhmeet iskjrea cvhetirggsetl,e kzeijnn wdoe rdbeenw, ozneegrts Hdueg?o BZriötlslcehr.e HHet imHinstM SchoHon
die zieh door een meer donkere huidkleur onderscheiden. Over ’t geheel wisselt
Dnef hVuidlk!lUeulrd kdfeUr1 \Mr fic rtUonSSesCihe6rns ilsio hvte-r secnh ildleonndk;e mrbernu inv inmdet tb iej ehne nti nlitc hitrefrh kelteguere lm aar
MWn n -6 .T06r Daar het MeJanesische hellen. Een bepaalde karakteriseering der
sische de^overhandTieeff164 Seven’ omdat ¿ g het Melanesische, daar het Polyne-
De Polynesiers zijn lichamelijk niet zeer sterk: de weinige arbeid, welken velen
verrichten, is met m Staat, hun lichaamskrachten tot ontwikkeling te brengen • zelfs de
het meest robust schijnende Maori’s op Nieuw-Zeeland h e b b e n \L de% ^rkracht
orn lets op te beuren als de Engelschen. Ook in het hardloopen blijven zij achter ’
va!? hun bp e■k! waISa mth6e .ijd ,. om'P tev erdleorr enZ lnznaekne nv atne rdueg Pteo lyvninedsieenr s.o f Doimt gkelledint en iveot gaelllse einn
HET TATOUEEREN. 303
hün schuilplaatsen op te Sporen, maar ook in tal van andere zaken. „De Polynesiers
zijn niet zoo kinderlijk na'ief als de Negers, niet zoo gesloten als de Maieiers, niet
zoo berekenend als de Chineezen,” wordt van hen getuigd.
De huid der Polynesiers is zacht en glad en onderscheidt zieh daardoor van die
der Melanesiers, welke altijd eenigszins ruw en. hard is. Een eigenaardigheid der
Polynesiers is nog het tatoueeren, dat nergens zoo hoog ontwikkeld is als in Polynesie.
Ook de beschildering van het lichaam komt bij enkele gelegenheden voor. Sedert
evenwel de Europeanen op deze eilanden invloed verkregen hebben en het Christendom
er ingevoerd is, nam de tatoueering af, zoodat zij weinig of niet meer voorkomt.
Oorspronkelijk schijnt het tatoueeren hier een religieuse beteekenis te hebben gehad.
Het werd ook enkel toegepast op de bedekte lichaamsdeelen, en de op de huid ge-
tatoueerde figuren waren oorspronkelijk meest, later nog dikwijls, zinnebeeiden van
de godheden. Op enkele eilanden-groepen werd het tatoueeren op een zoo-volkomen
wijze uitgevoerd, dat het lichaam er. uitzag, als was het met een eng sluitend kleed
bedekt, waarop de figuren geschilderd waren. Bovenal muntten hierin uit de bewoners
der Marquesas- en Mangarewa-eilanden, van de Marshall- en Gilbert-eilanden en van
Nieuw-Zeeland. Daarentegen was deze kunst tot versiering des lichaams bij de beewiloannedresn
vdaner HFaidwjia-iei,i ladned eTn uwamerodteun- evilraonedgeenr dee. av. roruuwwe ne ni n odneo nmtwoinkdkheolde.k enO pg eetaentoigue-
eerd, de mannen niet. * * *
Omtrent het tatoueeren moeten wij hier in eenige bijzonderheden treden.
De operatie van het tatoueeren gaat met hevige pijnen gepaard, zoodat de personen,
aan wie de operatie verricht wordt, dikwijls in onmacht vallen. Ook later openbaren
zieh niet zelden huidontstekingen, welke soms doodelijke gevolgen hebben. Daarom
wordt het tatoueeren meestal niet ineens verricht; op enkele eilanden vangt men
met het achtste jaar er mede aan en wordt het voortgezet tot op hooger leeftijd.
Het is, alsof de figuren met den leeftijd aangroeien. De bewerking geschiedt met
een scherpe kam van een schelp of ander maaksel, die in een' zwarte verf gedoopt en
door slagen met een bepaalden staf of hamer in de huid wordt gedreven. Hierbij geldt
het voor een eerezaak, geen blijken van pijn te geven, en men houdt zieh daarbij
in tot het uiterste. Dikwijls zingen de priesters religieuse liederen bij de operatie.
Het smartelijkst was wel de. tatoueering van de spits der tong, een teeken van droef-
heid en rouw, dat alleen bij de vrouwen werd uitgevoerd. „Grooter dan mijn smart
is mijn liefdel” riep een vorstin van Hawaii, toen zij zieh bij den dood van haar
schoonmoedei; aan deze operatie onderwierp.
Het malten van uitgewerkte versieringen op de huid is een werk, dat veel tijd
vereischt. De operatie wordt gewoonlijk verricht in gezelschap. Heeft bijvoorbeeld
de zöon van een opperhoofd den vereischten leeftijd hiertoe bereikt, dan vereenigen
alle jongens van zijn stam zieh met hem, om gezamenlijk getatoueerd te worden.
De tatoueerder, op de Samoa-eilanden o. a. Matai geheeten, is een man van gewicht
en grooten invloed; zijn diensten moeten in een behoorlijken vorm gevraagd worden,
welk verzoek vergezeld gaat van een geschenk in fijne matten. Door het aannemen
dezer matten wordt als het wäre de overeenkomst gesloten.
Op den bepaalden dag komen de jonge lieden en hun vrienden bijeen in een voor
deze plechtigheid bestemd huis, waar nog meer matten aan den Matai worden geschonten.
Indien de jongeling rijk is, geeft hij somtijds een kano. De vrienden der
jonge lieden zijn verplicht, levensmiddelen te geven, zoolang de operatie duurt.
Wanneer alles gereed is, gaat het jonge opperhoofd voorover voor den Operateur
liggen, met het hoofd op den schoot zijner zuster of van een andere vrouwelijke
bloedverwant, terwijl drie of vier meisjes zijn beenen vasthouden en luidkeels zingen,
om de kreten, die hij wellicht mocht slaken, te verdooven. Dit geschiedt voor zijn
reputatie, omdat het onwaardig voor een man wordt gehouden, een kreet te uiten.
De pijn is echter zoo hevig, dat de jongelingen dikwijls kermen en het zelfs nu en
dan van pijn uitschreeuwen. Enkele malen worden zij zoo overmand door pijn, dat
zij zieh niet opnieuw aan de operatie durven onderwerpen, in welk geval zij hun leven
lang als lafaards veracht worden.