terwijl in het oosten en zuiden boombast werd bewerkt. De weinige huisdieren, de
meest gebruikelijke vruchten des velds en de bedwelmende kawa algemeen verbreid. of awa zijn hier
In het sociale leven komt het overwicht van den stam of van de gemeente over
de familie nergens zoo scherp uit als hier en op het gebied der religieuse voorstel-
lingen spreekt uit een groot aantal gemeenschappelijke voorstellingen in Polynesie
een der meest ontwikkelde mythologische stelsels van de primitieve bevolking.
* * *
De bevolking van Polynesie is niet talrijk; zij wordt tusschen de westspits van
Nieuw-Guinea en het Paasch-eiland, tusschen Hawaii en Nieuw-Zeeland, op niet meer
dan IV2 millioen geschat, buiten de Blanken, welke men er thans 00k vindt. Wel
is waar treft men op enkele eilanden reeds een bevolking aan, die aan overbevolking
grenst, doch dit bepaalt zieh veeial tot kleine eilandjes, welker bewoners de kokos-
palmen en vischgronden van een geheelen Archipel exploiteeren, zooals op de Kings-
millgroep. Ook de Tonga-groep, hoewel minder begunstigd, de Salomon-groep en
de Bismarck-archipel zijn reeds niet meer dun bevolkt. De meeste der paeifische
eilanden evenwel teilen tegenwoordig een geringer bevolking dan vöor den Europee-
schen invloed. De Blanke bevolking heeft hier op menige piek de inboorlingen ver-
drongen, beperkt in hun bestaan en de voordeelen aan zieh getrokken. Daarenboven
hebben de ziekten en verkeerde gewoonten der Blanken verwoestingen aange-
richt onder deze bevolking. De beschaving en vrede konden zij niet verdragen en
zij verzonken tot weekheid ; de sterke dranken konden zij niet weerstaan en zij ver-
vielen tot dronkenschap; de oude, degelijke matten, bekleeding werd niet behoorlijk
door het siechte ge'importeerde katoen vervangen. Zoo.werkten verschillende omstan-
dvoiglkheend.en samen tot den lichamelijken en geestelijken achteruitgang der Polynesische
* * *
Nergens onder. de natuurvolken vond men de scheepvaart zoo hoog ontwikkeld als
bij de Melanesiers en Polynesiers. De zee werd verlevendigd door de flinke tochten,
welke hier gedaan werden; zij was geen isoleerende waterwoestijri meer, maar een
verbindingsweg der ver verwijderde eilanden. De meeste stammen zijn echte zee-
vaarders, en de techniek van den scheepsbouw stond bij hen niet lager dan bij de
Maleiers: de scheepsbouw werd bij de komst der European en op allerlei trappen van
ontwikkeling gevonden, van het eenvoudige vlot tot het zeilschip met vlerken.
De eenvoudigste boot is die, welke uit een uitgeholden boomstam vervaardigd is.
Deze „eenboomen” leveren den grondslag voor de grootere, samengestelde schepen;
hun kiel bestaat uit een door vuur uitgeholden boomstam, bij de groote vaartuigen
eunit Nmieeeurwd-eZree.e laGnrdo.ote schepen vindt men bovenal op de Fidji-eilanden, Tonga, Samoa
De scheepsbouw moest op onderscheidene eilanden wel in hoog aanzien staan. De
boom of de boomen van een schip werden onder het uitspreken van religieuse
spreuken geveld. De eigenlijke scheepsbouw werd veeial door een geprivilegieerde
klasse beoefend. Zelfs vormen nog tegenwoordig op de Fidji-eilanden de scheeps-
timmerlieden een bevoorrechte käste, welke „koningshandwerkslieden” genoemd
vwaonr ddeenn. aVrboeligde nnso go uvdeer rigcehwt.oonten en onder bijzondere eeremonien wordt elk deel
De schepen der Fidji-eilanden werden lang als de beste in dit gebied beschouwd,
welker model veel werd nagevolgd. In de Nieuwe Hebriden werden dubbelkano’s
met zeilen gebouwd en verder verschilden de kano’s van eiland tot eiland.
De meest gebruikelijke kano is die, welke „catamaran” genoemd w ordt; zij is
echter meer een vlot dan een boot. Zij bestaat uit drie, met rotan aan elkander
gebonden planken. De man, die haar bestuurt, zit, of liever knielt, even achter het
midden en stuwt dit eenvoudige vaartuig met groote snelheid voort. Sommige dezer
„catamaran’s” zijn groot genoeg, om 10 of 42 personen met een lading te kuünen
dragen. In plaats, dat zij evenwel gemaakt zijn van drie planken, zijn zij vervaardigd
van drie groote, naast elkander geplaatste boomstammen, die aan de einden, in het
INRICHTING DER BOOTEN. 245
midden en tusschen het midden en de einden stevig met rotan worden bijeenge-
houden. Zij hebben geen bijzonderen voor- of achtersteven, maar het middelste blok
hout is langer dan de twee andere en steekt kan beide einden u it; het is gewoonlijk
ruw gebeeldhouwd en met witte en roode verf beschilderd.
De zee spoelt natüurlijk over deze eenvoudige vaartuigen heen, zoodat de inboorlgionegdeenr
env eprplaliacthset n,z ijdni,e idno ohr eht emt iwddateenr beeend orsvoeonr t zovuande np laktu nten ebno uwwoernd,e nw. aarop zij de
Op den voorgrond van on/lerstaande afbeelding ziet men een kleine „catamaran”
en juist daarachter een groote kano met gestreken zeil. De laatste is ongeveer
8 meter lang. Zij bestaat uit twee gedeelten, de eigenlijke kano en de loefbalk, die
als een vlerk uitsteekt. De kano zelf is op een zeer vreemde wijze gebouwd. Zij
KANO’S VAN NIEUW-GUINEA.
is gehouwen uit een boomstam en niettegenstaande haar lengte niet breeder dan
50 ä 60 centimeter. Het zonderlingste van haar bouw is, dat de zijden, na eerst
beneden wijder geworden te zijn, van boven te zamen komen, zoodat de ruimte
tusschen de dolboorden nauwelijks 25 centimeter bedraagt, waardoor slechts juist
zoo veel plaats overblijft, dat de mannen hun beenen in het vaartuig kunnen steken.
Een doorsnede van de kano zou zeer veel gelijken op een omgekeerde Grieksche
Olämngesg ah, und egrheahleveele zloeon:g te e■ enO dmü ndnee sdtooklb ogoerbdoennd etne.gen beschadiging te vrijwaren, is
Evenals bij de „catamaran” hebben beide uiteinden der kano denzelfden vorm.
Zij steken gewoonlijk een eind boven het water uit en zijn gesneden in den vorm
vsiaenr adeeenn solpagnegsec-h iokft .schildpadkop en met verf, bundels vederen, schelpen en dergelijke