flll. wasfen , door geheel Europa, medegedeeld
A fdeel. |jee£r^ z0 G a s s e n d i in zyne Levensbefchry-
H oofd* ving verhaalt (* ) .
stuk. y an 0U(js Was ,je Myrtus veel in gebruik ;
Eenvty- Qm <]at m e n z g jQ J i e L a n d e n w a a r ,-Je Q e -
neeskunde haaren oiriprong heeft gehad, overvloedig
vondt. Het Loof, dat zeer welriekend
is , bevat een Kruiderige Olie, met veele Aardachtige
deelen gemengd; waar door de Bladen
een famentrekkende kragt hebben , dienende ,
gekaauwd o f in Aftrekzel, tot Geneezing van
’t weeke Tandvleefeh, in Scorbutieke Kwaaien.
De Besfen , die zuurachtig van Smaak zyn ,
bezitten een dérgelyke en tevens verkoelende
kragt: weshalve het verdikte Sap o f de Syroop
derzelven zeer dienftig is in overmaatige Vloei-
jingen , die uit verflapping der vaste deelen
ontflaan. Dikwils worden z y , in famengeftel-
de Middelen, in plaats van de Baccce Myrtilli
gebruikt, gelyk wy gezien hebben f , en ook
stL , doorgaans voor dezelven verkogt ( f ) . De
Olie
(f*) Ga&IDEL des pUnies d’environs d’Aix. pag. 323.
f t ) Dit beflait ik , om dat dezelven met geep anderen dan
met de Myrre- Besfen overeenkomen. Pomht verhaalt, dat
hy van Kooplieden , in Langnedok en Provence reizende, ver-
Haan hadt, hoe de Bacca Myrtilli, die men van daarkrygt,
allen voortkwamen van de gemeene kleinbladige Myrten!
Ky zegt ook wel , dat die door ’t droegen haar Kroontje*
vetliezen, doch ik vind hetzelve nog duidelyk aan eenïgen
der grootften van de gezegde Bacea , nit myne Simplicie.
Kas; in vier van welken , geweekt ea dia dogrgdheéden ,
ik
Ir. c . o 5 A K D K I A;
Olie van Myrthe. Besfen, door Ihfufie gemaakt, Hit
is een ongemeen verfterkend Middel, door uit- Ar'DEEr-'
wendige Smeering op verflapte Lighaamsdeelen.H oofd-
In Sclavonie , dat bezuiden Hongarie en be-STUK»
ooften Karniolie legt * gebruiken de Ingezete-
nen de Bladen der Myrten tot het bereiden™*
der Runder - Huiden , volgens B e l l o n i d s ,
even als dit hier te Lande met de Run o f Eiken
- Bast, en elders met de Smak o f andere
famen trekkende Stoffen , gefchiedt. Hier uit
ziet men, dat de Myrten ook overvloedig moeten
groeijen in dat gedeelte van Europa. Z y
komen in Afrika ën zelfs iri Afie natuurlyk
voor ; maar die van Rdmphids , welke de
Amhonfche Myrteboom genoemd wordt; en waar
aan men in ’t Maleicfch den naam van Caju-
Poeti o f Witten Boom, zo wel als aan ande-
ren , geeft , fchynt van de Gemeene Myrten
aanmerkeiyk te verfchillen * ïiïïH
. , v ' III. Stuk,
\ ° ) Myrtus mét driedeelige Bloemfkeeltjes , dehl-22,3 •
Bloemen gepluimd,■ de Bladen langwerpig. m \ius
Dü sdi«ica.
. . . r weehuu
ik telkens drie Holligheden bevind, gevuld met NiervormigeziSe’
Zaaden zo als Tournefort afbeeldt, wier getal ongemeen
verfchilleride' is , niettegenftaar.de die vier Besfen nagenoeg
even groot waren, üit eene derzelven kwamen vier zee,
groote Niervormige Zaaden, uit een. andere «r veel kleinere
au een derde a g t, en uit een vierde dertien zodanige Zaa-
den. Hoe kan dan de Vrugt der Myrten gezegd worden Mei
i f dnezatdig, 0f driehoekig te zyn met een Zaad of met en-
kflde Zaaden-, gelyk LlNN/EUs op verfchillende plaatfen doet?
( 6 ) Myrtus Pedunculis trichotomo - paniculatis, FolÜs ob-,'
longis, Flatibus dioicis. Syst. Nat, XII.
I_ I. D M eeê. v. STOK»