III. A fdeel,
XII.
H oofds
tu k .
Schuilttaadlgt.
II.
Selago
polyjiaehia.
Veel-
Aairig.
III.
Stlago
Rapuncuhides.
Tandbla-
«üg.
Kranswyze bezet zyn , behoudende haar groene
Kleur het geheele Jaar. Veel uitgebreide
Kroontjes, van witte Bloemen, komen op de
toppen der Takken, elk in ’ t byzonder voort,
en daar op volgen twee Zaaden tegen elkander
gevoegd , die naakt, klein en niet geftreept
zyn.
(1 ) Glimkruid met een Tuil van gebondelde
Aairen , de Bladen Draadvormig , vergaard.
Deeze Soort, op Zandige Velden aan de
Kaap groeijende, is een Takkig Heeftertje van
een half Voet hoog, hebbende aan ieder Knop
een Tropje van fmalle ftyve Blaadjes. De
end-Tros beftaat uit Aairen van witte Bloemen
, in een kleine ftekelige Kelk vervat, zyn-
de de Vrugt Eyrond, in twee Zaaden deelbaar.
De Afrikaanfe Heejlerachtige ValeriantU
la, met Bladen van H ey, by C s m m e l y m ,
fchynt naar dit Gewas te gelyken. Derzelver
Loof hadt reuk noch fmaak.
(3) Glimkruid met getuilde Kroontjes en ge-
tande Bladen.
Uit
(z) Selago Corymbo Spiets fascicnlaris, Pol. Filiformibns
aggregatis. Mant. 250. Valeriana Afr. fmticans Eric* folio.
COMM. Hort. n . p. 2 2 1 . T. I I I ?
(3) Selago Umbellis Corymbofis, Foliis dentatis. Am. Ac ai.
IV. p. 319. Sc VI. Afr. N. 20. Rapunculus Fol. anguftisfimig
dentatis, Flox, umbellatis, Burm, Afr, 113. T. 42. f. 1.
Uit een langen, Houtigen, kruipendenWor- Hl.
tel komt , volgens de befchryving van den xil1'*
Hoogleeraar J. B,u r m a n n u s , deeze voort, Hoofd-
die niet minder Heefterachtig is , Stengen heb-5TUK'
bende van twee Voeten lang, die onverdeeld
z y n , met fmalle , getande, fpitfe Blaadjes bezet
, en op den top komt een Bloemtuil, die
Uit verfcheide Kroontjes fcheen famengefteld te
z y n , van Bloemen met fmalle Pypjes zeer on-
gelyk in vyven gedeeld (*).
(4) Glimkruid met getuilde Aairen en zeer' IV-
fmalle gekartelde Bladen. jp^r'm*
Baftcrd,
Dit Gewas, door den kundigen H e r m a n -
NU8 Afrikaanfch Melampyrum, met Aairen en
zeer fmalle getande Bladen, getyteld, is door gezegden
Hoogleeraat ook in Plaat gebragt, die
ze gt, dat het een Heefter fchynt te z y n , draa-
gende zeer lange , ronde , Houtige Takjes ,
paarfch van Kleur, overal bekleed met menigvuldige
Blaadjes , weinig van die der voorgaande
Soort verfchillende, maar de Bloemtros
is geheel uit Aairen famengefteld , van kleine
Pypachtige onregelmaatige Bloempjes.
(5) Glim.
(* ) Ctrolla limhus 4 partitus worde wel door den Heer
Murraï gezegd ; maar uit de Afbeelding en befchryving
ran den Heer Burmannus blykt, dat de Bloem weezentlyk
in vyf Lippen is rerdeeld.
(4) Stlago Spicis Corymbofis, Foliis lineatibus denticulatis.
Metampyrum Afric. IpicatB® Fol. anguftislimis. Büam. Afr,
ïiy . T. 4». f, 3.
X 2
U, Deel, y. Stuk. *