III. zyn. Dus hadt de Heer d uHamel hetzelve
Afdeel, ^iritna, met Anemones Bloem, en de Heer
Hoofd» E h r e t Beureria geheten. De Heer M i l -
8TUK. l e r hadt hetzelve Bafteria, naar mynen thans
Vtei-wy- overleeden Vrind , VtgC» Doktor B a s t e r te Zirifezee,
getyteld , en gaf daar van voor reden,
,, dat hy zulks uit Vriendfchap en Achting voor
, , denzelven hadt gedaan, om dat die Heer in
,, zyne kostbaare Tuin veele ongemeene Plan-
„ ten b e z a t, welken hy niet kaarig was, aan
,, zyne goede Vrinden mede te deden.” L in-
njeus hadt, geloof ik,nietbeflooten ,deNaam-
geeving zo ver uit te breiden, o f alle de zoda*
nigen , die wel in Geleerdheid uitmuntende ,
doch geen byzondere bevorderaars der Kruidkunde
waren , daar in te begrypen. Onder-
tusfchen is evenwel naderhand , door wylen
mynen Vrind , niet weinig ten dienfte van de
Kruidkunde uitgevoerd (*).
n . (2) Kelkbloem met de binnenfte Bloemblaad-
Calyttn- j gs kleinst,
thuspru- ■
Chinee- Dit Gew as , door den vermaarden K a e m -
fche. p f e r in Japan waargenomen , was van Nan-
quin en dus uit China derwaards gebragt, en
werdt,
(* ) Die Naamsverandering, door den Heer L in nasus,
is reeds voor den Jaare 176a gefchied : wylen de Heer BAS-
ÏEB ftierf in Maart deezes Jaars 1775 ; zynde, in ’ t jaar 176* ,
een Brief van zyn Ed. *ver ‘t Kruidkundig Samenflel vax
Lin n /eus uitgekomen.
(z) Calyeanthus Petalis interioribns minutis, f . oBai five,
Robay. Kae^ pf. Aroma. 87*, T. 87».
H f A
werdt, wégens zyne fchoonheid, aldaar in de Hl.
Tuinen aangekweekt. Het hadt de Takken
vol Merg , ongeregeld bezet met- dunne Tak- Hoofd-
jes en Lancetswys ovaale Bladen, effenrandig, ST™‘
fterk geaderd, wederzyds glad. Voor het uit-„;a, *ys
komen derzelven, in ’t vroege Voorjaar, openbaarden
zig de Bloemen, van eene Sterachtige
figuur , uit agt groote Bloemblaadjes beftaan-
d e , en van binnen even zo veel of meer kleinere
Bloemblaadjes hebbende , geelachtig met
Bloedkleurige Stipjes, omringende een pierami-
daalen Styl o f Stamper. De Reuk der Bloemen
was als die van Violen , doch lastig, zo men
ze veel fook. Het Zaadhuisje was anderhalf
Duim lang, met Schubben bekleed, Koffykleu-
rig bruin, in een weeke Pap eenige Zaaden
als Turkfe Boontjes bevattende, vaneen Olie-
achtigen, bitterzoeten Smaak.
X I. H O O F D S T U K.
Befchryving van de Veelmannige Heesters,
Polyandria , dus wegens het onbepaalde
getal van Meeldraadjes genaamd; waar
onder de verfcheide Soorten van Kappers ,
Ciftus en in ’t byzonder de Theeboom, voorkomen.
T V e Plantgewasfen , in deeze Klasie , wor-
den Veelmannigen getyteld, om
dat het getal der Meeldraadjes in dezelven zeer
P 3 groot
II. Deel. V. stuk,