III. Dit is het Gewas, dat men gemeenlyk Lom*
A fdeel j,ardifche , maar door verbastering Lombaartfe
H oofd Linzen noemt , eensdeels , om dat het Zaad
stuk. naar Linzen gelykt, en andersdeels , om dat
ITieuman* het zyne afkomst heeft uit Lombardie. Het
W&U «roeit natuurlyk in Languedok , Provence en
Italië; ja op den Berg Vcfuvius, in de nahyheid
van den Vuurkolk, daar naauwlyks andere Ge*
wasfen voorkomen, vindt men het overvloedig,
Dus fchynt het de Hitte te beminnen ; maar
het valt ook in Ooftenryk, volgens F a b r i .
c r u s , en in Engeland zelfs, volgens den Rid*
der. De Nederlanders noemen het , ten on-
regte , Senneboom , zegt DoDONéus , Het
fchikt zig naar ons Klimaat, zelfs in de open
Grond , verdraagende Koude en Vorst. Het
wordt een Boomgewas, meer dan Mans langte
hoog welk de.Franfchen Baguenaudier tytelen,
fierlyker zynde door zyne Vrugtblaasjes, dan
door zyne Bloemen. De Stengen , die glad
zyn , verdeden zig in dunne Takken, waar aan
Bladen voortkomen veel naar die van ’t Zoet.
hout of van den Senneboom gelykende; alzo
zy uit • een menigte van Vinblaadjes bef taan.
De Bloemen zyn geel als die van Brem, op
ieder
S8o. p. 490. Pfg. XIII. p. $59. H. Clijf. 36S, H. Ups. 228.
R. Lugdk. 374, Colutéa Veficaiia. C. B. Pin. 396. Colutéa.
DOD. Pempt. 784. TOURNF. Injt. 649. fi. Col. Afiicana Sen*
n* foliis, Flore Sanguineo. Comm. Rar. 11. T. i j. y. Col.
lo l. ovatis integemmis, Caule ftuticofo, T, 100,
ieder van welken een grooteBlaasachtigeHaauw^HI.^
volgt , uit den witten dikwils paarfchachtig , XIV.
waar in eenige kleine, platte, zwarte Zaaden Hoofd-
Aan dezelven wordt eene Braaken verwek-^ •
kende en Purgeerende kragt toegefchreeven
even als die van Brem hebben, en de Bladen
zyn bitter van Smaak.
Als eene Verfcheidenheid wordt hier toe betrokken
de Jfrikaanfche Colutéa met Sennebla-
den en eene Bloedkleurige Bloem , onder de
zeldzaame Planten van den Amfterdamfen Puin
door C om m e l y n afgebeeld. Deeze groeit
eens Mans langte hoog, met een Steng van
naauwlyks een Vinger dikte. Een tweede Verfcheidenheid
zou de Heefteraehtige Colutéa ,
met Eyronde Blaadjes die geheel effenrandig
zyn, van den Heer M i l l e r , zyn.
(2 ) Colutéa die Heejierachtig is , met lang- n.
werpig Eyronde Blaadjes.. - Frut“0fa.
Deeze zeer fraaije Colutéa , uit Zaad dataciltjge,
men van de Kaap overgebragt hadt gefproo-
ten, maakt thans een fierlyken Bloemheefler,
onder de uitheemfche Gewasfen , uit. Hy is
geheel grys , met Wollige Blaadjes die van
boven glad zyn, en roode Bloemen , die de
Vlag korter dan den Kiel en de Vleugels zo
klein
(2) Colutéa Fmticofa Foliolis ovato - oMongis. H. Cllff,\
366. H. Ups. 228. Colutéa Ethiopica Flore purpurco. BRSYN*
Cent. 70. T. 29. MlLL. Ic. 99-
K k 3