IIT.
A fdeel,
x. r
Hoofdstuk.
'Vttlwy-
Vigt.
heid de Wortelfcbeuten, met kromme Doornen
b ezet, waaraan men zig ligtelyk kwetst. De
Bladen hebben zy allen gevind , ovaalachtig,
v y f o f zeven aan een Steel: de Bloemen als
gezegd en bekend is, op een rondachtig Voet-
ftuk zittende, dat zig doorgaans in v y f ongelyk
gebaarde Slippen uitlpreidt (* ).
In ieder Roos zyn oudtyds agt deelen door
de Geneeskundigen onderfcheiden geweest, i .
Calyx heetten z y , dat men tegenwoordig den
Knop noemt van de Roos, ’t zy reeds ontloo-
ken o f nog geflooten : 2. Cortex de gedagte
Slippen , die de Roos omvatten, van anderen
Alabaftri genaamd: 3. Apices de Meelknopjes,
die men in de Winkels Antheras ty te lt: 4. Cq-
pillamenta de Meeldraadjes, hedendaags Stami-
na genaamd: 5. Folia de Bloembladen, (Peta-
la ,) wier onderfte gedeelte; 6. Unguisgeheten
werdt, als naar een Nagel van de Hand gely-
kende: 7. Lana de Wolligheid, waar in de
Zaaden: 8. Semina, vervat zyn.
’t Gebruik der Roozen is naar de Soorten
verfchillende , waar van zeventien , meestal
Europifche Gewasfen, in dit Geflagt opgetekend
zyn , hebbende daar van de tien eerften de
Knoppen o f Vrugtbeginzels byna Klootrond, de
zeven laatften Eyrond. Hier volgen zy.
i j ) Roo»
D m funt barbati ; duo fir.e Cr int creati ;
Quintus babet Barham, fe i tantum dimidiatam.
Dat is.
Twee zyn gebaard; twee hebben gantfeh geen Haait;
De vyfde heeft den Baard, aan eene zyde mau.
( 1 ) Roozeboom met ronde, gladde Knoppen, ^ £8*
Bloem- , en ruuwe Bladjleelen, de V in - FD£E *
bladen Ipits , de Steng dun bezet met Hoofd*
regie Doornen.
Deeze, een zeer bekend Gewas, gemeenlyk
Eglantier of Neglantier genaamd , wordt doorw*. ^
de welriekende Bladen van de andere Rooze*
boomen onderfcheiden. Men kan ’er fierlyke
Kroonboompjes van maaken, om dat het fyner
Takjes heeft en de Bloemen geel. Ra y houdt
den Eglantier voor een zelfde Gewas met de
Hondsroozen, fchoon hy erkent, dat daar van
hier en daar een Struik, aan de ronde Knoppen
en welriekende Bladen kenbaar , in de Haagen
van Engeland wild voorkome. De Reuk, inderdaad
, der Bladen kon iets toevalligs zyn ,
maar de rondheid der Knoppen en de regte
Doornen onderfcheiden dit Gewas genoegzaam,
dat men, in Engeland niet alleen, maar ook
in Vrankryk en in onze Nederlanden, ja in
Duitfchland overvloedig , volgens den Heer
H a l l e r in ’t wilde aantreft. Somtyds echter
wordt de Hondsroos , met dikke korte
kromme Doornen (*) , fomtyds de ilerk gedoorn
( 1) Rtfa Getm. globofis , Pedunculisquc glabris, Caule acu-
leis fparfis reftis, Petiolis fcabris, Folioüs acu'tis. Syst. Nat.
Gen. 631. p. 348. Ptg. XIII. Gen. 631. p. 393. Roia tyl-
vafttis Foliis odoratis. C. 13. Pin. 483. Rofa Eglantetia.TAB.
Je, 1087.
(*) Als by la Court , Aanm, »ver Lustbtven tn Planta-
giè'n, Aiuil. 1737. bl. 208.
N 5
II. Deel. v « Stuk,