Pl a a t X X IX . Afbeelding van
D ubbelbroederige Hee-
fters* • . tegenover Bladz. 499
Fig. i. Een Tak van de Li-
paria Villoja van de
Kaap , zynde een zeer
fraay Zilverkleurig Gewas
, met een fyne
Wolligheid. hL r
Lett. A. vertoont de Bloem,
en b , c , d, e haare
Blaadjes: ƒ den Kelk,
die zeer ruig is en de'
Meeldraadjes daar in
vervat, die by g en h
nader zyn aangewee-
zen; gelyk ook de Styl
en het Vrugtbeginzel
by i , zeer vergroot zynde.
Dit alles is breeder
verklaard op . bl. 502.
Fig. 2, Een Tak van den
. Kaapfen Heeftcr, genaamd
Pforalea aculeata.bl. : 549-
Lett. B. vertoont den K elk, .
en voorts wyzen de kleine
Lettertjes de deelen
van de Bloem aan en het
Vrugtbeginzel ; zynde
by i ook een Slip van
den Kelk ,en by k een
Blaadje van het Gewas
met fterke Vergrooting
voorgefteld , om de
Klierachtige Stippen ,
die zigdaarop bevinden,
duidelyk aan te toonen :
getyk men dit alles om-
ftandig kan leezen op bl. -550.
Ë Ë S G H R Y V Ï N G
D E R
P L A N T E N .
X> £ R D E A F D E E L I N G .
De HEESTERS.
VIII. H O O F D S T U K .
fiefchryving van de H e f .s t e R s , wier Bloemen
tien Meeldraadjes hébben, deswegen D e c a n -
d r i a of T i e n m a n Ni GE genaamd , tot
welken de Casfia, Ruta en veele anderen le -
hoeren.
het voorgaande Sttik zyn de Agt-:
^ j mannigen beFchreeven i de Negen-;
mannigen leveren geen Heeftere
uit: des begin ik dit Stuk met de
Tienmannigen , van wier aigemeène Verdeeling
reeds gefproken is. Het eeifte Geflagt, in die
Kiasie voorkomende 9 heet
S ö ï ö ó H ,
Een vyftandige K e lk , aan de bóvenzyde bultig
, bevat een Vlinderbloem » die de Vleugels
A
Jkh V tu* V« STOM