Hl.
A fdeel.
XI.
H oofds
tu k .
Ecnvjy*
vigt.
XI.
Haftata.
Pylbladigc.
XII.
Tlexutfd,
Krorr.takkigc.
1 De e ze , van dien zelfden Heer afgebeeld eö
befchreeven, komt ook by anderen voor. Dit
Gewas is het, van welks Bloem Pater P l u *
m i e r . den Geflagtnaam Breynia gevormd
heeft, zo hy oordeelt, begrypende ook, dat
de Agtmannige, naar de Breynia gelykende Boom
van L o e f l i h g , niet hier toe beboore» De
Blöem immers hadt in deeze veel meer dan
agt Meeldraadjes. De Vrugt is een zeer lange,
dunne, Wollige Haauw o f Peul. Het maakte
een Boompje van tien Voeten hoogte, niet
onaanzienlyk, op de Karibifche Eilanden en de
nabuurige Kust , veel aan den Zeskant en elders
groeijende.
( 1 1 ) Kappers met veelbtoemige Steeltjes en
Pylswys' Lancetvormige gladde Bladen.
Deeze is van den Heer J a c q ih n Capparis
haftata genoemd , wegens de Pylvormigheid
der Bladen, Zyn Ed. vondt dit Gewas by
Karthagena in de Bosfchen, en merkt aan, dat
het Vrugten draagt even als die van onze Zevende
Soort.
( 12) Kappers met vergaarde end - Trosjes,
bly.
libus. R. Lugib. 47S. Sp. Plant. I, p. 303. Breynia Elacagni
ïoliis. PLUM. Gen. 40. BREYN Ic. 13.
{11} Capparis Ped. multifloris, Fol. haftato - lanceolatis
nitidis, Capp. haftata. ]ACQ. Amer. Hifi. i s 9. Tab. 174. f.56.
(12) Capparis Ped. congeftis terminalibus , Fol. perfift. ob-
longis öbmfis glabris , Ramis flexuolis. Morifonia flexnofa.
Am. At ad. V, p. 39s.
blyvende langwerpig Jtompe gladde Bladen l i l .
en bogtige Takken. Afdeel.
Deeze, op Jamaika gevonden, heeft de Bla-s^°^D*
den fmaller dan de Breynia, knikkend, Leder- Mmey-
achtig en gefteeld; de Vrugt is mede zeer”'4*
lang. Men heeftze Morifonia genoemd gehad*
( 1 3 ) Kappers met veelbloemige platachtigè Xut. r
Steeltjes, en blyvende, langwerpig L in -Silii uf ä\
cetvormig gefpitfie, van onderen gejUppelde wige, 3U
Bladen.
Boomachtige Breynia, met Èyrohde wedef-
Zyds gefpitfte Bladen, ën een zeer lange, ronde
Haauw, is deeze van B r o w n e , die haar
op Jamaika vondt, getyteld. Het Gewas gë-
lykt Veel haar dat van dé Zevende Sooft eh
fchynt naast Overeen, te komen met die Soort
van Kappers, wélke door deö Heef ) a c q u in
op ’t Eiland St. Euffathïus gevonden is , zyndè
door denzelven onder den naam van Capparü
Euftachiana voorgefteld , als een van alle dë
anderen verfchillende Soort (*}.
JVI Ü N*
(13) Capparis Ped. multifloris Comprcsfis, Fol. perfiftenti*
bus lanceolato - oblongis, acuminatis , fubtus punftatis. Brey.
nia arboréscens &c. Beown. Jam. 247. Planta forte &c»
Pluk. Phyt. 327. f- «.
(*) Capparis Ped. multifloris , Fol. ovatis , acuminatis,
utrinque nitidis, Fluftibus glabris. Jacq. Am. Hiß. 139.
t Oostindifch Gewas , door Rumphius Carandas geheten,
dat men te Batavia veel tot Heiningen gebruikt, ij wel doot
den Heet N. L. Burmannus tweemaal voorgefteld, onder
q den