D i d ’ÿ n a m i a . 3 4 9
« Kuifchboom, met de Bloemen langs de Tak- .
ken v e r fp r e id . In dezelve zyn de Bladen van A XII. *
eene gefpitst ovaale figuur, aan beide zyden Ho o fd -
ptoen ; terwyl dezelven in de andere, van bo*
ven , door ’t droogen zwart worden, blyyendey^™;*. -
van onderen grys , even als in de gemeene
Kuifchboom, z o R o m p h i ü s aantekenr. Die
Autheur merkt ook aan , dat aan de afgekapte
Struiken dikwils Takjes voortkomen met en-
kelde en met gekartelde Bladen ; zo dat die
Indifche Driebladige Kuifchboom met gekerfde
Bladen zegt hy , welke de Portugeezen be-
fchreeven hebben , niet voor een byzondere
Soort te houden is.
(2) Kuifchboom met vyf- en driebladige gekartelde
Bladen , de Bloemen Troswyze
gepluimd.
m. Vitex
Ncgunda.
Gekartelde.
Onze Ridder onderfcheidt deeze van de
voorgaande S o o r t, doordien de Bladen Lan-
cetswys’ o v a a l, met uitgulpingen , Zaagswys’
getand , van onderen naakt en geaderd zouden
zyn. Naauwlyks t echter, kan dit ftrooken met
den' aangehaalden Strand - Lagondie - Boom van
R um-
(3) V îtix Fol. quinatis tetnatîsque ferratis, Floribus race-
mofo - paniculatis. OSB, Itin. 92. Vitex trifolia minot Indicaferma.
Pluk. Mm. 390. Fl. Zeyl, 414. Negundo Atbor mas. J.
B> Hift. I. p- 1S9. Logondium Iittoreum. RUMFJt. Amb. IV. p.
jo. T. 19. Remnofi. Hort. Mal. II. p. i j . T. o . Raj. Hift,
JS7S- Vitex trifolia fylv. Indica odorata. BURM, Zeft. 229,
Eurm. Fl, Ind. 138. MlLL. le. 27$. f. 1 , 2,
[ UI» Deel. V. Stuk.3