IÏI. waren tot een Cylindrifch Pypje famenge-
AlxmEL' voegd, ’t welk den Styl omringde. Het Vrugt-
H oofp* beginzel wierdt een klein rond Zaadhuisje , dat
• tuk. jn tweeën open ging, bevattende één rond
^ " " • -Z a a d je .
De Heer d ’ I s v a r d twyfelde, o f het wel
die Plant ware, welke de wydberoemde Boer-
Haave heeft voorgemeld onder den naam van
Amerikaanfcht, naar de Althéa gelykende . met
een geele Bloem; e n , inderdaad, wanneer men
de omftandigc befchryving door dien Hooglee-
raar daar van gegeven, met deeze vergelykt,
dan zal men ’er een aanmerkelyk verfchil in
vinden, tie t Zaad was langwerpig, fpits getopt;
de Meelknopjes waren roodachtig en het
Vrugtbeginzel glad. Die van de Laage Ame»
rikaanfehe Althéa , by B r e y n , hier aangehaald
, is ook zeer twyfelachtig daar toe betrokken.
Dezelve komt overvloedig voort op
Steenachtige plaatfen van ’t Eiland Kurasfau.
A . (A ) Waltheria met Lancetvormige, Zaagt-
Walther!* getande, naakte Bladen.
ar.guflifo- 3
smaibiadi- Tegenwoordig fchynt deeze niet als een by-
ge. zoadere Soort aangemerkt te worden, hoewel
zy als zodanig door den Heer d ’Isnard voor-
gefteld was ', die haar door een kleiner Blad ,
al-
(A) Weither!* Tol, lanceolatis ferratïs nudis. Vtg. XIII,
R. Lugdh. 3^8. Ft. Zeyl 244. Monosperm- Althata arboreteeni
yillofa Foüo minore. Isnard urs. Betonica arb. Maderaspatasa.
PLUK. Ahm. «7. T. Ijo , f. j , RAJ. Hiß. UI. p. *91»
allppn onderfcheiden hadt- Het zoude, vol- 3ÏÏ.
gens hem , de Boomachtige Betonie van Ma XI,L
dras f aan de Kust van Koromandel zyn, door Hoor©«
P l u k e k ê t i d s afgebeeld. Misfchien is hetsTUK' .
flegts eene Verfcheidenheid van dé voorgaande^“
Soort.
(2) Waltheria mitovaale, Zaagtwyt' getande, Wa]}heȎ
geplooide Bladen , en ongejleelde floofd»
jet. fche.
Deeze is , volgens onzen Ridder, de gedag-
te Betonie van P l d k k n e t i u s , die de Bladen
ruig en diep geaderd , met Bolachtige trapjes
Bloemen in de Oxelen heeft. Bet fchynt
die te zyn , waar van door den Hoogleeraar
B u u m a n n o s , onder de Ceylonfche Planten,
de Afbeelding, met den naam van Olmbladige
Malvinda is gegeven : zynde Ceylonfche Alcéa
met Bladen van Haagbeuken , de Bloempjes
tropswyze famengehoopt, door H e r m a m n ü s
getyteld.
H e r m a n n i a .
Dit Geflagt voert zyn naam naar den laatstge*
(2) Waltheria Fol. ovatis ferratis plicati», Capituli* feiGli-
bus. R. Lugih. 34*. Melochia Fol. oblong!» obtufis 8cc. H.
Cliff. 343. Betonica arborescens, villofis Foliis profunde va*
aofis,&c. Pluk. Mant. 31. Malvinda Ultnifolia , Floacit-
11» pufillis. BwRM. Zeyl. I49, T. <8. BUHü. f l . Jnd, f .
Ha»
Z 4
H. DtStUi V« STVR»