A fd e e l .
x.
H oofdstu
k .
vu.
Ripandus.
Gegolfde.
VIII.
Lanugino
fu t .
Wollige.
IX.
PeruVia-
KUS.
Peruviaan«
fche.
X.
Royeae
Van
Royens
Cereus.
( 7) Toortsplant , die overend Jiaat, lang is
en agthoekig , met famengedrukte gegolfde
koeken, de Doorens langer dan de Wol.
(8) Toortsplant , die overend Jiaat, lang is
en byna negenhoekig , de hoeken Jlomp ,
de Doorens korter dan de Wol.
(9) Toortsplant, die overend Jiaat, lang is
en byna agthoekig, de hoeken Jlomp.
('10) Toortsplant , die overend [iaat, Gele*
dingen heeft en negenhoekig i s 4 de Leden
ovaalachtig; de Doorens met de Wol
gelyk.
Decze zonderlinge Gewasfen worden Cereus,
dat
(j) Ca&us ereétus longus oélangularis, angulis cornpresfis
undatis, Spinis liaiia longioribus. H. Cliffl 182, R. Lugdbat.
279. Caéhis er. cylinSr. fulcatus tenuior &c. ïlROWN. Jam.
238. Cereus altisfimus gracilior &c. Sloam. Jam. 197. Mijt,
IT. p. lj8. R. Dendr. 12. Trew. Ehret. T, 14.
f8) CaBas ereétus longus lübnovemangularis, angulis ob-
foktis, Spinis Lana brevioribus. H. Clijf. 182. R. Lugdb,
279. Cer. Curasf. ereétus maximus, Fr. rubro non Ipinofo,
Lanugine flavescente. HERm. Par. T. 1 15.
(9) Caiïus ereétus longus fuboétangularis , angulis obtufis»
TI. Cliff'. Ups. R. Lugdb. Caétus cylindraceus ereétus, fulca-
tos major , fummitate obtufus , Aculeis confertis. Brown,
Jam, 238. Cor. er. Fr rubro non fpinofb. HERm. Par. 114.
Cereus Peruvianus Ipinofus, Fr. rubro Nucis magnitudine. C.
B. Pin. 4J8. Euphorbii arbor Cerei’ effigie. Lob. Ic. II. p,
( 10) Ca&us ereétus articulatus novem - angularis , Articulis
fubovatis , Spinis Lanani xquantibus. R. Lugdb. 279. Cer. er„
gracilis fpinofisfinnus &c. BOERH. Lugdb, I. 293. HERM. Par*
iiS.
dat is Wafchkaars of Toorts-Plant, genoemd,
om dat veelen de gedalte van een Flambouw Afd e e l .
hebben, o f ook, zo/ommigen willen, om d a t^ ^ '
"■ er de Amerikaanen, wanneer zy gedroogd zyn , stuk.
als Toortfen gebruik van zouden maaken ; ’t y,/(MS
welk zeker! yk gefchieden kan. O f alle de op-*”**
genoemde byzcndcre Soorten zyn , is duider.
P l ü m i e r heeft nog veel meer Verfeheiden-
heden daar van in Afbeelding gebragt, Het getal
der Ribben o f Hoeken is hier ook niet beftendig
, geevende die vierhoekig zyn dikwils
vyfhcekige Takken ui t , en aan een zelfden
Stam is met de zyd • Stengen wel verfchil in
’t getal der Hoeken. De Vierhoekige komt
van Kurasfau, en de Zeshoekige van Suriname.
De Negende voert y naar haare Groeyplaats,
den bynaam van Peruviaanfche , hoewel een
dergelyke ook op Jamaika groeit, welke digt
bezet is met Doornen. Men heeft ’er in onze
Akademie- en andere Tuinen, waar uitheem-
fche Gewasfen gekoefterd worden , die dikwils
Mans langte, ja fommigen twintig Voeten hoog
zyn , en veel hooger groeijen zouden , indien
menze niet affneed; gelyk daar van zodanigen
zig in de Hortus Medicus alhier bevinden. In de
optelling der Planten van den Leidfchen Tuin ,
zo door den voormaaligen Hoogleeraar B o e r -
h a a v E , als door den nog leevenden Hoog
geleerden Heer v a n R o v e n , (naar wien de
laatstgemeldc, ik weet niet om wat reden, in
’t byzonder den bynaam voert,) zyn van deeze
K 3 reet»
ïï. Deel. v . Stuk, ®