III.
A f p e e l .
v i i i .
H oofdstu
k .
Eenwy-
vigt.
Grond fchiet , doch vervolgens flingerende o f
liever kruipende Ranken voortbrengt, gelyk de
Bofchtouwen ; aan welken de Bladen anders geplaatst
zyn , dan aan de gezegde Boomachtige
Scheuten. Zy hebben eene ovaalachtige ge-
fpitüe figuur en zyn effenrandig. Aan ’t end
der Ranken komen Bloemfteeltjes vo o rt, die
uit een trop Schubbetjes of Blikjes Bloemen
uitgeeven , naar die der Thymelasa gelykende,
met eenen Draadachtigen van buiten ruigen
Kelk. ’ t Gewas groeit op verfcheidene der
Eilanden van Oostindie, wordende te Batavia,
in ’t Portugeefch , Catappa de Mato geheten.
De Vrugten , die van grootte als Eikels zyn,
in Bosjes by een hangende, vallen ryp zynde
van zelf a f, en bevatten dan een Pit, zo zoet
als een Hazelnoot; maar, onryp zynde, fmaa-
ken zy wat Radysachtig , en zyn dan voor
•een goed Middel bekend, om de Kinderen in
te geeven tegen de Wormen ; de rype hebben
, in grooter veelheid , de zelfde , en in
fommige Menfchen zeer byzondere uitwerkin-
gen.
D A 1 s.
De Bloemen, in dit Geflagt in vier o f vyven
verdeeld , hebben een vierbladig Omwindzel en
de Vrugt' is eene éénzaadige Befie.
Twee Soorten komen ’er in voor, een Kaap-
fche en een Oostindifche, als volgt.
CO t)ais.
f Dais met Bloemen die Uenmannig zyn,
K J , Afdeel, m vyven gedeeld. Vm. \
_ ' , ' , rt 1 H oofü*
. Deeze heeft.de Bladen gepaard, ltompovaal, ;xüK#
effènrandig, glad en geltceld ; de Bloemen aan 1.
’t end der Takken Bondelswyze vergaard , ortrifitfc
Wollig, met een Knopachtig, vierkleppig Om-KaaPfche*
windzel. In göltalte komt zy de Pasferinaas
naby.
CO Dais met Bloemen die agtmannig zyn , n.
in vieren gedeeld. otuX * .
Ooïtindi-
D e Heer N. L . B ü r m a n n u s heeft eeh^e-
Afbeelding van deeze, die op Java groeit, ge.
geven, in Welke ’ nogthans de Bloemen in vyven
gedeeld voorkómen. Het vierbladig Om-'
windzel van de Bloemtros is aldaar zeer blyk-
baar. De Bladen zyn gepaard, Lancetvormig
ovaal, gefpitst , gedeeld en glad, zo wel als de
Bloemen, die agt Meeldraadjes boven het-Pyp-
je hebben, langer dan de rand van de Bloem.
K A L M I A.
Een Trompetswyze Bloem , die den rand
van onderen vyfhóornig heeft, in eén vyfdee-
lige Kelk , welke een vyfhokkig Zaadhuisje
Wórdt, zyn de byzondere Kenmerken van dit
Ge-
(1) Dais Floribus qüinquefidi's - decandris. Sys't. Nat. XII»
Gen. jas» p. 297. rtg, jtrii. Gen. 54®. p- ïs's.
(2) Dais FlbriSus quidrifidis, o£laudris, Mant. 6$, SWM.
Ft. Ind. p. 104. T. Si’. f. 2,
E