l il . Beivormig is , maakt een voornaam Kenmerk
A?vmL‘ van dic Geflagt ui t , maar in dit opzigt ver-
Hoofd. fchilt zy weinig van die der Andromeda o f
stuk. Heide , ja zelfs weinig o f niet van de Bloem
Eenwy-fef gófchbesfenA. Hier is bet getal der Meelvtge,
° •
* raeci-draadjes tien, en de Bloem aan den Mond m
mum vyven gefneeden , van onderen doorfchynen-
de ( * ) : de Vrugt een Befie met v y f Holligheden
, in de Kelk aanrypende, terwyl in de
Bofchbesfen die Kelk zelf de Befie wordt.
V y f o f vier Soorten komen in dit Geflagt
voor , meest in Europa en Noord - Amerika
huisvestende, als volgt.
( i ) Arbutus , met gladde Zaagswys getande
Bladen, en veelzaadige Besjen.
In de Bosfchen , zo der Zuidelyke deelen
van
(*) Ctrolla avata: ire bafi ptllucitM vindt men in Syst.
Nat. Ed. XII: het welk de Heet Mijrray , hoe onverftaan-
bsar ook, in Syst. Nat. Vfg. Ed. XIII. flegts nagefchreeven
heeft, zonder te letten , dat daar het woord quinquefid»
ontbrak, en dat het moest zyn Ore quinquefido, Beft pelluci-
d i : gelyk men in de Optelling van de Kenmerken aan
Hoofd der Klasle, Cor. ovata, Bafi diaphana heeft. De
Bafis is immers regt het tegengeftelde van den Mond. A Pac-
tinit dijfert FruEtu intra Florem, eoque perpetuo quinquefido ,
Campuniformi, zegt de Heer HAZ.I.ER.
( i ) Arbutus Cau'e Arboreo , Fol, glabris ferratis , Baccis
polyspermis. Syst. Nat. XII. Gen. J4J. p. 3 oofVeg. XIII.
Gen. SSz. P- 3 39« Hart. Cliff, 163. B.. Lugdbat. 440. SAW,
Monsp. 59. GOUAN Monsp. 207. GER. Prov. 439. Gron.
Oriënt. 137. Arbutus folio lerrato. C. B. Pin, 450» MilX.
Dift. T. 48. f. i , 2. Arbutus. CAM. Epit, 168. DQQ«
Fempt, 804. B.AJ. Hijl, IS7*>
I.
Arbutus
Unedo,
Europifche.
D E C A N D R I A . 91
van Europa, als der Westelyke deelen v a n ^ U I .^
Ierland , en in de L e v a n t , komt deeze Soort Vlli.
vo or, welke in ’ t Italiaanfch Albaro, in ’ t Spaanfch Hoof®*
Mandronho , in ’t Franfch Arboujier , getyteld *
wordt. In de Noordelyke deelen van E u rop a ,^
voert hy , in <t Hoogduitfch , den naam van
Erdbeerbaum, dat is Aardbefie - B oom, ’t welk
de Engelfchen met Strawberry - Tree navol-
gen.
Schoon dezelve , in Griekenland , fomtyds
een Boom wordt, naar het getuigenis van B e l -
l o n iu s ,b l y f t hy doorgaans maar laag en Heefterachtig,
groeijende op de manier der Kwee-
Boomen. D e Stam en Takken zyn bogtigmet
een ruuwe Schors : de Bladen als die van den
Laurierboom,op de kanten fcherp getand, d ik ,
groen, aan de enden paarfchachtig: de Bloempjes
wit van,Kleur en aangenaam van Reuk ,
komen aan Risten vo o r t, en daar op volgen de
V ru g ten , naar Aardbefiën gelykende, maar
grooter, volkomen rond, ruuw van buiten , ryp
zynde fchoon rood en in v y f Holligheden vee-
le Zaadjes bevattende , niet grooter dan
Geerst ( * ) .
Deze Vrugt fchynt Unedo van " l i n i ü s
genoemd te z y n , . ’t welk daar van afgeleid
w ordt,
(*) Bacca ptlysperma, tubcrculis Seminum exasperats., zegt
LiNNffius , door overhaafting : want het zyn geenszins de
Zaadjes die deeze Vtugteu ruuw maaken , gelyk uit defraaije
Afbeelding van TourneïORT , als anders, genoegzaam blykt»