III. (z) Kalmia met Lancetvormige Bladen, de
Trosfen op zyde.
Hoofd- Deeze , op de zelfde plaatfen voorkomende ,
sTU** verfchilt bovendien door de kleinheid der Bloe-
Kaimia men en Bladen van de voorgaande. Z y worde
niet minder fchadelyk geacht té zyn voor het
smalbladi. \yd ve e .
6e*
L e d u m.
Dit Gellagt heeft een vyfdeeligen K e lk , eene
vlakke vyfdeelige Bloem , en een vyfhokkig
Zaadhuisje, dat van onderen gaapt,
j De eenigfte Soort ( i ) is een Heéfter, die in
Mum Moeraslige Poelen der Noordelyke deden van
Moêfaifige. Europa , volgens den Ridder, groeit, doch
niettemin ook bekend is in andere Landen.
C a m e r a r i d s , die ’er , onder den naam
van Wilde Rosmaryn , eene Afbeelding | van
g e e f t , z e g t , dat het groeit op Moeraslige'
plaatfen in Poolen en Boheme. Het fchynt
ook die Plant te z y n , welke C lu s i u s uit
4 Si-
■ (a) Kalmia Foliis lanceolatis , Corymbis lateralibus. Ibid.
Tbew. Ibid. f. 2. Chamae - Daphne fempervirens. C at. Car,
III. p. 17. T. 17. f. i . Ciflus fempervirens Laurifblia &c.
Pluk. Alm. 106. T. 101. f. 3. Anonyma. Cold, Noveb.ioo.
(1) JLadum. Syst. Nat. XII. Gen. 538. p. 299* Neg. XIIT.
Gen. 545. p, 337, Fl. La pp. 160, Ledum Tol. linearibus ,
fubtus hirfutis , flor. corymboiïs. Fl, Saté, N. 34* > 352.
Cïftus Ledon Pol, Rosmarini ferrugineis. C. B. Fin, 467,
Ledum Silefiacum. Clus. Paan. 63. Ledum Fol, Rorismarini
air. Lob. /«#. II. 124» Rouaatiaum fylveflie. Cam. Efit*
*4«t
Silezie ontvangen hadt , en derhalve voorftelt BI-
onder den naam van Silezifch Ledum , aldaar V1‘n.
zeer gemeen. Het was een Heefter met Hou- H oofd-
tige Stengen, fomtyds een Elle hoog, die z ig STUK*
in veele Takjes uitbreidden , de dunften met ni^‘ ono^
zekere rosfe Wolligheid bekleed , hebbende
laoge fmalle Bladen , grooter dan die van de
Rosmaryn, doch ook aangenaam van Reuk en
fcherp van Smaak. De Bloemen, Troswyze
op Steeltjes aan de enden der Takjes voortkomende
, beftonden uit v y f witte Blaadjes ,
met tien Meeldraadjes en in ’ t midden een
Styl , zynde de Vrugt een vyfhokkig Zaadhuisje,
ros van Kleur. De Steeltjes, met de
Bloemen pverend ftaande , boögen zig met de
Vrugten om; des de gaaping van het Zaadhuisje
alsdan naar boven was gekeerd.
Dit geheele Gewas, in bloem ftaande, hadt
een zo fterken Reuk, dat het tegen de Motten
by de Kleederen gelegd werdt, z oM a t t h i o -
lu s verhaalt. Het Afkookzel wordt in Swee-.
den gebruikt om de Luizen der Runderen en
Varkens te verdryven ; het Loof tegen de
Wandluizen; geevende de Olie, daar van door
neerdruiping gehaald, den Reuk aan ’tRusfnch
Leder, zegt LiNNiEUS, Zyn Ed. voegt daar
b y , dat het in plaats van Hoppe in ’t Bier gedaan
fchrikkelyke Hoofdpyn veroirzaakt, dienende
wederom het Gedeftilleerde Water, uitwendig
, tegen dat Ongemak. Men wil dat
het Kruid, tot een Bad gebruikt, van grootep
E 3 dienst