356 E n k e l s
III. Heer L e r c h e getyteld , heeft een vyftandi-
A jtdeel. gen , eene Trechteracbtige vyfdeehge
Hoofd- Bloem ; v y f Meelknopjes die in het Pypje
stuk. zitten, en een enkelen Sty l'; wordende het
Vyfman- Vrugtbeginzel een driehollige , veelzaadige
tlire. ^
Vrugt
1. Maar êéne Soort is hier van bekend ( O , in
nZtd* Oostindie groeijende, een gantfch onaanzienly-
staart ke Heefter", wiens Takken eenigermaate uit
draagende. Ge]edingetr beftaan , hebbende gepaarde, gedeelde
, Lancetvormige , effene , geheel ongekerfde
Bladen van een Voet lang, met Klsvor-
mige Stoppeltjes. Aan ’t end der Takken kómt
een Draadachtig dunne Aair, v m langte als de
Bladen, bezet met kleine Bloempjes, ver van
elkander, ongelyk verftrooid.
W A L T H E R I A.
Dit Geflagt heeft ook een enkelen Styl ;
de Vrugt is een tweekleppig Zaadhuisje met
ééne Holligheid en daar. in een enkel Zaad.
Het is naar den Leipziger Hoogleeraar W a l *
t h e r u s getyteld.
’t Getal der Soorten is twee o f ten hoogden
drie, als volgt.
ï. ( 1 ) Waltheria met ovaale , geplooide, Zaags-
jyah fort* wys’ getande Bladen ; de Hoofdjes gena
. fteeld.
Westindi* Van
fche.
(1) Leichea. Syst. Nat. Veg. XtlI. Gen. 1318. p. fo9,
Mant. zsy. ,
( ij Waitbtria Fol. eralibus, plicatis»ferrato- dentatis, to.
roes»
Van dit Gewas , dat op de Bahama-Eilan- III.
d m , re Suriname en in de Herbiesjes , natuur-
I k groeic, heeft de Heer D a k t v p ’I s n a r o Hoofdeene
AïbeèlHijaa en uitvoerige befchryyii g aan STUS-r
. n/r_Pentani
’ t Hebt gegeven , onder den na:uu van Mono
fpèrm Althéa o f Eenzaadige' Heemstwortel,
01 n dat het naar de Althéa eenigszms gelykt ,
verfchillende meest daar van door het hebben
van een enkel Zaad. Hetzelve waarneemende
in de Orangerie van den Koninglyken Tuin te
Parys , bevondt hy het een Boompje van pie-
ramidaale figuur te z y n , ’t welk op den ouderdom
van twee Jaaren byna vier Voeten hoog
van Stam wa s , met veele Takken, hebbende
Hartvormige Bladen , aan de kanten getand en
op lange ruige Steelen overhoeks geplaatst,
zynde Wollig zagt in ’t aantasten, donkergroen
van K leu r , de grootften drie Duimen lang.
Uit de Oxels der Bladen gaf het Bloemiteelen
ui t , met digte Tropjes van Bloempjes, door
Blikjes van elkander gefcheiden , geelachtig van
Kleu r , en veel naar die van de Althéa gelyken-
de , doch zeer klein. De v y f Meeldraadjes
wa-
Hientofis, Capitulis pedunculatis. Syst. Nat. XII. Gen. 817.
p, 451. Peg. Xtil. p. 509. walth Fol. cordato ovatis ferra?
tis. Hort, CUff. 342. R. Lugdb. 348. Monosperm - Althsta
arborescens villoft , Folio majore. ISnabd. A S . Par. 1721.
p. 362. T. 14. Alth. finailis Americana, fiore luteo. BOEKH.
Lugdb. II. p. 267. Betonica arborescens foliis amplioiibus.
Pluk- Alm. 67. t . ijo. f, 6, Althsa Amei. puinila fiote luteo
fticato. üeeïn Cent, T. 57.
Z 3 11. Dm« y, stbe.