m. A fd e e l ,
XIV.
Hoofds
tu k .
"Tiennttr.-
ftige.
IV.
Robinia.
Caragana
Siberifche.
den en een kleine Bloem, te zyn, welke T our«
nefort, op zynen Reistocht in de Levant, gevonden
heeft.
R O B I N I A.
De Kenmerken van dit Geflagt zyn -, een
vierdeelige Kelk, en een bultige, langwerpige
Haauw; waar by komt, dat de Vlag rondach^
tig , uitgebreid en agterwaards ömgeboogen is.
Ik heb reeds vier Soorten daar van, onder de
Boomen , befchreeven , des de overigen hier
volgen: naamelyk
(4 ) Robinïa met enkelde Bloemjleeltjes, afge-
, brokene Vinbladen, en ongedoomde Blad*
fteelen.
In Bergagtige Streeken aan de Rivier T om ,
gemeenlyk in Lorken- en Pynboom * Bosfchen
die dor en droog van Grond zyn , doch fom-
tyds ook aan de Oevers der Wateren, is deeze
door M e s s e r s c h m i i ) gevonden. De Tar-
tafaren noemenze Caragana o f Carachana, waar
van de bynaam. Z y heeft v y f , zes o f meer
Paaren van Vinblaadjes: dë Bladen komen met
de Bloemtrosfen uit zekere Knobbels by elkander
voort. Het wordt een taamelyk hooge
Boom, welks Hout Vüurige Vlakken heeft, dienende
aan de Ingezetenen van de Stad Tornskoe,
f4) Robinia Fedunculis fimplicibus, Foliis abrupte pinhatis,
Petiolis inennibus. Sjrst. Nat. Vcg- XIII. Aspalatjius arbo -
rescens &c. Amman. Rnth. a s j. Caragana Siberka. Roven»
Lvgibat. $17*
I A D E 'L * ÏI 513 r&m
'koe, in Siberie , om Stokken te maaken, wel- HL
ken zy voor Handrottingen gebruiken. * xn?1*
C8) Robinia met enkelde Bloemjleeltjes, af gebrokene
Vinbladen, de Stoppeltjes en Blad- vnr.
fteelen Doornachtig. s^no/T*
Gedoorn-
Onder deezen tytel wordt thans een nieuwede.
'Soort voorgefteld •, welke , buiten die Doornachtigheid
, weinig of -niet van de voorgaande
'verfchilt, zynde onder den naam van allermeest
gedoomde Robinia , onlangs , door den Heer
L a x m u n d , in de nieuwe Verhandelingen der
Akademie van Petersburg befchreeven.
<('5) Robinia mét enkelde Bloemfleéltjes , de v
Bladen by vieren, kort gefleeld, en in een
J 0 J Frutesetnu
Jlappe Doorn uitloopende. neefterachtige.
Deeze -wordt Heefterachtige groote Aspala-
■ tlius , met breede Bladen • en eene Goudgeele
Schors, door den Heer A mma n getyteld.
M e s s e r s c h m i o hadt dezelve voorgefteld
<3nder den Tartaarfchen naam Aldachana , en
tekent aan , dat het Landvolk aan de Tom en
Abacan, om dat de Takken zeer taay en buigzaam
'fg) Robinia PeduncUlis fimplicibus, Fol, abrupte piimatis,
Stipulis , Petiolisque fpinescentibus. Mant. alt. 269. Rob.
fpinofisfima. LAxm. Atl. Petrop. 1770. p. SS8. T. 30.
f. 4.
(5) Robinia Ped. fimplicibus, Foliis quatern. fubpetiolatis,
terminatis Spind inermi. Aspalathus Frutescens major latifa-
Jius, Cortice Aureo.jAUM.Rutb. N. 283,
K k ■
f t f
Ï0 %
§ S £ | 'vtï.-v-'iW
w È m
'FypViv
tepifyM I
i*m J+jê*. j t A* I
bïl'TK.Zwlj'j}i »'- 1
l i
St-> vü lVé