III.
A fdeel,
x.
H oofdstu
k.
Eenwy-
'Óige.
komt dit Gewas voor, onder den naam van
Groote Amerikaanfche Cerè'us met Geledingen ,
gemeenlyk zeshoekig , draagende een groote
Bloem, welke ’s avonds open gaat en ’s Nagts
eenen zeer aangenaamen Geur verfpreidt. Die
Geur , gelyk ik thans in een ontlooken Bloem
bevind, heeft veel van den Reuk van Benzöin,
en vervult een geheelen Kamer.
De Bloem zweemt naar de zogenaamde Zonnebloemen
, als een Kelk hebbende die zig met
Goudgeele Stxaalen tot byna een Span in mid-
dellyn uitfpreidt, en daar binnen een Sneeuwwitte
Roos , met geel getopte Meeldraadjes
gevuld, die ten. deele ui fde Pyp der Bloem,
ten deele van de kanten des Monds, voortkomen.
Gedagte Bloempyp tot den Kelk be-
hoorende , een half Voet lang , is van buiten
geribd, met fchubachtigeBlaadjes, lange Haair*
tjes en fyne Doorntjes bezet, die de Hand prikkelen.
Het Vrugtbeginzel, waar op die Pyp
gevestigd i s , heeft eenen Styl, welks Stempel
zig als een Kwispel uitfpreidt. Dus maakt
deeze Bloem , op dit wanftakige Gewas, een
zeer pragdge en als betoverende Vertooning,
doch welke niet meer dan ééne Nagt duurt:
alzo zy met het opgaan van de Zon verflenst.
Zo menigvuldig als deeze Cerëus - Plant
bloeit, zo zeldzaam draagt zy Vrugten in Europa.
Wel vyfentwintig Jaaren hadt de vermaarde
Natuurkenner, B r e y n i u s , te Dant-
s ig , het Gewas ’s Jaarlyks bloeijende in zyne
Tuin gehad, doch zonder Vrugten, totdat, HL
in ’t jaar 1748, aan ’t zelve een Vrugt, op de^F!^E2L*
Bloem volgende, verfcheen; waar van de Afte -^00FD*
kening ook door den beroemden T r e w in M
Plaat gebragt is. Dezelve heeft de figuur als van«'-*. °
een Pynappel o f Ananasje, bevattende, binnen
de Schil of Huid, in een witte Lymerige Pap ,
een menigte van kleine Zaadjes als Druivenkorrels.
Voorts was deeze Vrugt nog met het over-
blyfzel van de Bloempyp gekroond. De Bloemknoppen
vertoonen zig, eenige Dagen voor zy
open gaan, als ruige Kwastjes. Het Gewas-, dat
uit enkel flingeragtige Ranken, van ruim een Vinger
dik, die hoekig zyn en met Doorntjes bezet,
beflaat , geeft op zyde , hier en daar, zékere
dunne Worteltjes ui t , wordende , gelyk alle
andere Cerëusfen , door afgefneeden o f afgebroken
Stukken 'der Takken, die men in den
Grond fleekt , gemakkelyk voortgeplant, De
afkomst is van Jamaika en Vera Cruz in de
Westindiën.
Gedagte Afbeelding met Kleuren, door T rew
op twee Plasten aan ’t licht gegeven, is dienflig
om een denkbeeld te krygéh van deeze . ver-
wonderlyke Bloem , doch, wat de byzondere
deelen aangaat, zo ’ t my toefchynt, niet zeer
naauwkeurig. ’t Ovarium is , in myne doorge-
fneeden Bloemen , veel grooter , met Zaadbe-
ginzekjes gevuld , die ieder zyn Strengetje
hebben., en het loopt door tot op den T a k ,
gelyk het doen moest, wanneer het van het
K 5 Merg