III.
A fdeel.
xiii.
H oofd*
stuk-
P e ly a n
irit.
XVII.
Hibiscus
Manibot.
Chineefche.
tenften Kelk genaamd; waar van een Tamtna
en Wilde op de Ambonfche Eilanden gevonden
werdt; en , in de tweede plaats, de Ma-
labaaife Narinam- Pouilli , in ’t Nederduitfqh
Krabben - Doorn. Het Gewas komt in Getfalte,
zegt L i n n iE u s , met de voorgaande Sooi't
overeen , verfchillende daar van inzonderheid
door de. kromme Doornen, waar mede zy aan
de Kleederen blyven hangen. De Bladen worden
van de Indiaanen by Vifch gekookt.
f * 7) Hibiscus met Palmwys’ gevingerde Bladen,
die in zevenen .verdeeld zyn; de Steng
en Bladfteelen ongedoornd.
Om dat de Bladen van deeze Soort, in fi-
guui, veel overeenkomst hebben met die van
den Manibot van T h e v e t u s , anders Yucca
en Casfave genaamd , zo voert dezelve dien
bynaam. D i l l e n i u s heeft het Gewas, onder
den naam van Ketmia met getande Mani-,
bot" Bladen , en eene groote Zw^velkleurige
Bloem, afgebeeld en befchreeven. De Vrugt
is een lang pieramidaal Zaadhuisje , in vyven
verdeeld. Het groeit in Indie, en wordt van
P l u k e n e t i u s Chineefche Alcêa geheten.
( i8 ) Hi-
(17) Hibiscus Fol. palmato. digitatis feptem .partitls, Canlff
Petiolisq. inermibus. H. Cliff, 3J0. Ups. zos. R. Lugdb. i s %.
Ketmia Folio Manibot ferrato, Fiore amplo Sulphureo. Dil l ,
Mlth. is®, T. i j s , f. ig9. Alcéa'sinica Manïhot ftellato folie
, Capfuli longa , pilofa , pyramidata , quinquef. diviiS,
PLUK. dm4Ub, p. SSS. f. 2. BVRM. VI. Ind. p. 1S2.
fiö') Hibiscus met Schildswys' Hartvormige, Hl»
zevenhoekige, Zaagswys' getande Bladen, xmj *
de Steng Jtekelig ruig. H oofdstu
k .
Het van ouds bekende Gewas, dat men A- xvni.
lelmofchus noemde, waar van het Zaad nog
een plaats bekleedt in de Verzamelingen van^Egypd-
Winkelmiddelen, komt hier te voorfchyn. Baü- c'c'
HiiSDs heeft hetzelve ruige Egyptifche Alcéa
getyteld. T ournefort noemt het Egyptifche
Ketmia met Zaad dat naar Moskeljaat
ruikt, ten minde is dit waar , volgens R u m-
p h i u s , wanneer men ’t zelve in de Mond
kaauwt. Die Autheur noemt het Muskus-Zaad,
en zegt, dat de Indiaanfche naam Genda-Pou-
ra is of Caftorie van Ambon , dewyl zy het
Moskeljaat dus noemen , en het Gewas veel
op de MoTufckes groeit, hoewel het op Java
nog beter valt. Het is niet alleen door geheel
Oostindie, maar ook in Westindie en
zelfs in Brafil bekend, wordende van Me iuan,
onder den naam van Muskus - Bloem, afgebeeld
; doch de afkomst zal mooglyk uit Egypte
zyn
(.18) Hibiscus Vei. fubpeltato - cordatis feptem - angularibus
ferratis , Cau'e hispido, H. Cliff. Ups R. Lugdb, utlupta.
Fl. Zeyl. 261 Mat. Mei 542. Alcea h.rfuta &c. Brown.
Jam. 28J N. 4. MARCGR Bras, T. 45. Alcéa /Egyppaca
TÜlofa. C. B. Pin 317. Flos molcharus. MER. Sur. T 42.
Granurn Mofchatum Ru.vifK Amb. IV. p 38. T. iy. Cat-
tu- Gafturi, Hort. Mal. II. p. 71. T. j8. Ketmia F.gyptiaca
Semine Mofchato. TOURNF. Inji, p. ioo. fiüBAX. ZcjL, 134,
Ft Ind. 153.
II. Dï s l , v. stuk»