P o L Y A H D R I * .
A s s a, Vifchdopder* III.
Afdeel^
De Afbeelding van hetzelve gaat hier ne- XL
vens in Fig i , op PI. X X V I . Daar uit blykt,
dat de Bladen , gelyk R u m p h i u s van den
A y -A s fa Boom zegt ( f ) , veel naar die vannia' '
den Kanary - Boom gelyken , en, hoewel geen
zeven j Duimen lang zynde en ruim drie Vin- * *'
geren breed, gelyk hy dezelven belchryft, nog-
thans die proportie byna hebben , zynde van
eene Lancetswys ovaale figuur. Van het Bloei-
zei zegt hy weinig. De Bloem beftaat hier
uit eenen Kelk die vierbladig fchynt te zyn ,
doch waar van de Blaadjes een famenhechting
hebben, om het Voetftuk, waar op het Vrugt-
beginzel rust. Deeze Kelk, die men eigentlyk
Perianthium mag noemen , bevat een groote
menigte van geknodfte Meeldraadjes, byaa ontelbaar,
Ik denk dat ’er bykans tweehonderd
zyn , voortkomende van het Voetje, onder
het Vrugtbeginzel, en tusfchen dezelven
vertoonen zig de vier Stylen , ieder op een
Germcn zittende, gelyk dit in de Kelk, na het
uitplukken van de Meeldraadjes, een weinig vergroot
zynde,by A zigduidelyk openbaart. Wat
de Vrugten aangaat, die zyn altyd twee, zegt
h y , aan malkander gegroeid, verbeeldende het
Balzakje van een K a t , [of cigentlyk gefproken
vaa
fcUMï*. A u t t , G re T om . VII. Cap, 30, p, ?*,
S s
ILDESj* Y.Stcjk»