HL
'Afdeel
' Xiv.
H oofdstu
k .
Tienwandigt
Bofchje van gedoomde Takken, aan welken
de Doornen in *t kruis geplaatst waren,
beurtlings twee tegen elkander over; zynde het
Loof met een dïgte Wolligheid bekleed, zo
dat het zig als vol Spinrag vertoonde, hebbende
kleine korte Zaadhuisjes of liever Zaaden
als Erwtjes (*).
A s p a l a t h u s .
Dit Geflagt, waar van het getal der Soorten
negen-en - twintig is,, bevat byna altemaal AM-
ka inll he of Kaapfche en maar eenige weinige
Indifche Planten. De oude benaaming van
Aspalathus , welke op het Hout van dien
Haam geen betrekking heeft, is ’er, mooglyk
in navolging van C lusius, wiens Aspalathi
*er echter ni.ee toe betrokken zyn, aan gegeven.
De meeften waren te vooren Genijln
genoemd en zyn altemaal Heefterachtig. Zy
hebben de Bladen Bondelswyze uit één Knopje
voortkomende, ’t welk tot een gemakkelyke.
pnderfcheiding dient.
De
(*) Deeze Soort zou dan eenigertnaate ichynen te voldoen
«ar» het Kenmerk t ten opzigr van de Zaadhuisjes van dit
Geflagt in Gen Plant, opgegeve i ; naamelyk l.egumen Ju-
hntt-undum , dar is een Rondachtige Haauw: terwyl de andere
Soocen, in 'c bvz-mdet de Akker - Brem , langwerpige piatte
Zaïcihmsjes of Haauwrjes hebben : des ik ntet z ie , hoe de
ged-gte Ken me- ken daar op in ’t algemeen roepaslelyk zyn.
Zonderling is ’t ook, dit'er maar een enkeld Zaad, door den
B-idier, am toegef hreeven wordt , rerwyl in alle de bekende
Soorten het Haauwtje van de Biem veriche de Nierachtige
Zaadjes bevat, gelyk H a u .« te tegt heeft aangemerkt.
De opgegevene Kenmerken zyn; een Kelk Ht'
in vy ven gedeeld, met de bovenfte Slip grootst:
een Haauwtje dat Eyrond , of langwerpig is,Hoofd*
bevattende weinige Nierachtige Zaadjes. STUK.
CO Aspalathus met gebondelde naakte fmalle 2*
Blaadjes, die rondom een Knop door nJlaan*t/>usF
JpinoJa,
De aangehaalde van den geleerden Bre yn,.^edoom*
op deeze Soort, is een Kaapfch fterk gedoomd
Heeftertje , dat de kleine Takjes grys heeft,
met fpitfe Doorntjes van een half Duim lang,
door fmalle, groene Blaadjes omringd, die van
tien tot dertien uit ieder Knop voortkomen ,
gelyk in de Lorkenboom, geevende een of twee
Bloempjes uit, waar op fpitfe Haauwtjes voï-
gen, van een half Duim lang, die grys zyn,
bevattende drie of vier geelachtige Zaaden (*).
(2) Aspalathus met gebondelde Draadachtige
Bladen , en naakte, Wrattige, Wollige wrattige. *
Knoppen.
Dee-
( 1 ) Aspalathus Fol. Fascfculatis llneatibus nudïs, Sp-nam
CSemm-aceam circum-ftantibiis. Syxf. Nat. XII, Gen. 860. p.
47j . Neg. XIII. p. 5 37* Geniftella fpinofa Africana Laricis
folio. BREÏN. Cent. T. 26. Tl.UK. Phyt. 297. f. 6.
(*) Deeze eetfte Soort, zeer fpitfe Kaamvtjes hebbende ,
Volgens de Afbeelding van Bb e ïn , maakt reeds de laatst opgegevene
bepaaling- van Legumen ovatum , muticum , fubdisper*
«urn, als een Geflagts-Kenmerk , zeer duider.
(2) Aspalathus Fol. Fasciculatrs Filifermibus , Gent mis
Yctmcoiis tomentofis nudis, Syst. Nat. XII. Neg. XIII,
Gg *
il» Deel. y. Stvb*
M
SÉ
>fla|
i s *
K J
S M 1
ÊiiÊÈÈ
plSI
«te <
. .r I
il&ÉSli
aki