III. Dit Gewas is laag en Kruidig in vergelyking
AFxiii.L' met de volgende Soort, en kruipt, als**t ware,
Hoofd- fomtyds langs den Grond. Het wordt ge-
stuk. rneenlyk Katoen genoemd, in ’t Italiaanfch
ynYmiv. Bombagia of Cotone , in k Spaanfch Algodon,
in ’t Franfch Coton, in ’t Engelfch Cotton. Buiten
twyfel heeft het zyn afkomst uit Arabie
o f Perfie, zynde van daar op de Eilanden in
de Middellandfche Zee , als ook in Italië en
elders, ja tot in Amerika, overgebragt en door
Zaad vermenigvuldigd. T h e o f h r a s t u s ,
immers, maakt gewag van Woldraagende Boo-
men van Tylus, een Eiland dat in de Perfifcbe
Inham zoude gelegen hebben, en P l i n i u s
z e g t , dat Opper - Egypte , naar den kant van
Arabie, een Heefter voortbragt, van fommigen
Gosfypion, van anderen Xylon geheten, welke,
in eene Vrugt als eene N o o t , Wol uitlever*
de , daar men Stoffen van maakte, die van de
Priefters en Luiden van hoogen Staat zeer
bemind werden. A l p i n u s verhaalt, dat van
de Wol der Katoenboomen , in Egypte Cot-
nem Segjar genaamd, een zeer fyn Lywaat
geweven werdt, dat men in Arabie Sesfa
noemde. Hierom is ’t bedenkelyk, o f de
Ko-
Herbaceo. Syit. Nat, XII. Gen. 24J. p. 4«i. Vtg. XIII. p.
J2i. H»rt. Ups. 203, M. Mei, 341. Cosf. Caule deciim-
bente. H. 350. R. Lugdb. 359. Gosf. fruteicens Semine
albo. C. B. Pin. 430. Gosfypiutn. Cam. Spit. 203. Rumph.
jlmb. IV. p. 33. T. 12. DOD. Ptmpt, <4. Lob. Ie, 619,
Xylon, Tournf, Inji, io i .
Konïnglyke Gewaaden, waar mede Jöfeph door JIÏ*
pharao werdt omhangen ,• als ook de Stoffen,
die men tot den opfchik des Tabernakels ge-H oofd-
bruikte, Fyn Linnen in de Nederduitfche Ver-STUK‘
taaling genaamd, (alwaar men ’t Hebreeuwfcherff£5/j,‘K*
woord Schefch heeft , in ’t Griekfch Bysfus
overgebragt, ) wel iets anders dan Katoenen
zyn geweest. Het weeven van Linnen
was evenwel ook bekend in de Oofterfchc
Landen , zo wel als het Vlafch , dat de He*
breen Pifchtha noemden, maar ’t Chaldeeuwfch
Kethan fchynt afkomftig te zyn van ’t Ara-
bifch woord Coton of Cotoun , ’t welk de oir-
fprong is van de hedendaagfche benaaming.
Dat woord, niettemin , is flegts van Draaden,
Touw , Garen o f Lint, gemaakt, en dus zou
Coton onder de Oofterfche Volken van een
dergelyke algemeene betekenis kunnen zyn geweest,
als men hedendaags van Katoene Ly-
waaten fpreekt.
De Duitfchers noemen het Katoen Boomwol,
om hetzelve dus van de Beeften * Wolle te
onderfcheiden. Deze benaaming fchynt niet
zeer eigen , wanneer men op de geftake van
de gewoone Katoen-Plant zie t, die in de gezegde
Landen maar drie o f vier Voeten hoog
groeit. Dezelve is op de Vaste Kust, in ln-
doüan en Bengale , zeer gemeen , doch allermeest
op Koromandel , wordende, overal Jaar-
lyks gezaaid. Dus levert dit Gewas die ver-
Bb 3 baa-
II. DSEL. V. Stuk.