III. fciein hebben , dat menze naauwlyks kan zien.
A- ? L' De Haauwtjes zyn Blaasachtig en zeer groot,
Hóófd- wegens hunne Vliezige doorfchynendheid ook
STUK* zeer fraay. Zy gaapen aan het onder f te van
Jmman. ^ Rugnaad, daar de Nierachtige Zaadjes
aan gehecht zyn. De Bladen hebben een bitteren
, de Stengen o f Takken een zoetaehtigen
Smaak, veel naar dien van Zoethout gelyken-
de, zo Breyn aanmerkt.
in. (5) Colutéa die Kruidig i s , mei de Vinblaad-,
Herteel ƒ« fWtS «* &MDe
eze, ook van de Kaap afkomftig, heeft
een Jaarig o f fomtyds tweejaarig Gewas, dat
zeer dun en teder is , door Commelyn fraay
in Afbeelding gebragt, De Haauwtjes zyn
breed en plat, waar door hetzelve van de voorgaande
grootelyks verfchilt. De Bloemen zyn
donker rood met een geftreepte Vlag, die zo
lang is als de Vleugels en de Kiel,
C o r o n i l l a ,
In dit Gefiagt is de Kelk twee-Lippig, met
de bovenüe Lip in tweeën , de onderfte drie-
tandig, even als in de Cytifus plaats heeft, maar
de bovenfte Tandjes zyn famengegroeid. Do
Vlag
(3) Colutéa Herbacea Foliolis Hncaribus ghbris. Syst. Nat,
Xtl. Neg, XIII. H. Ups. 166. R. Lugdi. 374. Col. Afr. an-
j,ua Foliolis paivis mueronatis, Veficulis compreslis. Cqmm*
Hert, ii. p. 87. T. 44. Colutéa Afiicana Veficulis contpresfis
Stc. VPtCK. Nor, T. p. l is ,
Vlag is naauwlyks langer dan de Vleugels enAFpIEI*L>
de Haauw als uit Leedjes beftaande. xiv.
Verfcheide Plantgewasfen, die te vooren Co-Hoofd-
lutéa Scorpioides wegens de Vrugt genoemd rtecatr,
waren , zyn thans hier t’huis gebragt, en dus^«,
bevat dit Gefiagt elf byna altemaal Europeaan-
fche Soorten, van welken de zeven eerftenHee-
fierachtig zyn, als volgt.
('i') C oron illa die Heejlerachtig is , fomtyds j,
drie Bloemen op een Steeltje, wier Nagels
driemaal zo lang als de Kelk, en de Steng Dncbioc-
hoekig hebbende.
Deeze maakt by T o u r n e f o r t het G e fiagt
van Emerus ui t , welken naam het G e was
voerde volgens C a ï s a l p i n u s . Daar
was een Kleine van en een Groote, welke laat-
ftc, volgens C l ü s i ü s , twee o f drie Ellen
hoog groeide, maar de andere laag bleef, zyn-
de die beiden hem op de Bergen omftreeks Weenen
voorgekomen. Met verwondering vondt
L innjeus dit Gewas, dat men, zegt h y , in
Sweeden zo wel als buitenslands gewoon is in
de Winterhuizen te zetten, en dat men ookby
Ge-
(1) Ccrtmlla Fruticoft Pedimculis fubtriflons, Coroll. Un-
guibus Cal. triplo longioribus , Caule angulato. Syst. Nat♦
XII. Gen. 88 3. p. 491. Neg. XIII. p. J57* »-•
H, Cliff. 363. Pt. Suet. J90. 636. * • Gttil, 229. Col. fili-
quofa live Scorpioides major. C. B. Pin. 397- Col. Scorpioides.
CAM. Ep, J41. P. Col. Siliquofa minor. C, B. Pin. 397.
K k 4