m m i f jb
BH 1 lli!'
l i l
I
llfi |H!;ifl
P r l . HI W B ï
MF* \ H
Ij# j ■ ■ mam
h g § t
M f i ||ë§
S M ' IB i l
iSmiifKM*-U
RH Hl I H
III.
A fdeel.
x.
H oofds
tu k ,
i t'yf'wy'
vige.
ÏT.
Spiraa
SalicifoUa.
Wilgbladi-
192 T wint igmanni g e He ë s tÊrs.
ongedeelde Bladen en famèngeftelde Tros*
- . fen.
Deeze in Siberie , volgens den Petersburg*
fchen Hoogleeraar L axman , groeijende, is
een Heefter met ronde Takken , de Bladen
als gezegd is 3 ftompachtig met een puntje en
zeer glad ; de Bloemen getrost hebbende aan
’t end der Takken , zodanig , dat de Tros of
Aair uit kleine Aairtjes beftaat , met Blikjes
onderfchraagd ; zynde de Bloemen langer dan
de Steeltjes, wit, en de Meeldraadjes langer dan
de Bloem.
(a) Spiréa met Jiomp Lancetvormige, Zaags-
wys’ getande Bladen, en dubbeld getroste
Bloemen.
Zo onbekend als de voorgaande , zo bekend
is deeze, die een zeer gemeen en niet onaartig
Bloemboompje in de Tuinen uitmaakt. Men
noemt het gemeenlyk Druifjes - Wilg , om dat
de Blaadjes vee! naar die der Wilgen gelyken ,
en de Bloemen als Druiftrosjes zyn. C lu-
sius heeft het voor de Spircea van T heo*
phra s tus , waar van men weinig zekerheid
heeft, gehouden , en die naam zou ’er , wegens
( i ) Sp'tr&a Fol. lanceolatis obtufis ferratis nudis, Flor. du>
plicato - racemofis, Syst. Nat XII. Gen. 630. p. 347, H,
Cliff. 191. Ups. 131, R. Lugdb. 277. Spinea Salicis folio.
Tohrnf. Infi. 618. Boerh. Lugdb. 238 Spirsa forte Theo-
phrafti. Clus. Hifl. L p. 80. Frut. Spicatns Fol. ferratis Sa-
lignis. C. B. Pin. 47j . Spirsa Salicis folio longo ferrato, Flo*
ribus rubris, Amm. Rutè. 265.
gens de buigzaamheid van de Takken, op toe- IH*
pasfelyk zyn. De afkbmst is, volgens
x i N G , uit Silezie: maar de natnurlyke Groey-HooFD-
jjiaafs wordt thans gefield in Siberie ën Tarta-STUK*
rie. De Heer A mman , immers, verzekert, n ia?**^'
dat het Gewas, ’t welk de Heer Messer*
s cHMi b aan de Rivier Jeniscea groeijende
vondt, het zelfde zy als de Spiréa met Wil-
ge• Bladen van T ournefort. Ik zal des-
zelfs befchryVing , als tè wydlöopig, hier niet
inrukken. Die, waar van Gme l in de Afbeelding
gezonden hadt, zynde door gedagten
Heer op de zelfde plaatfen waargenomen, vef-
fehilde weinig van de gewoone Druifjes * Wilg,
maar hadt de Bladen wat grooter en wederzyds
groen. Zy werdt zo wel als die, van de Rus-
fen en Tartaaren , aan gedagte Rivier woo-
nende, Tawalgah genoemd.
(3) Spiréa met Lancetvormige, ongelyk ge- iir.
tande , van onderen Wollige Bladen entJ ^ 0/a.
dubbeld getroste Bloemen. woibLdige.
Deeze, in Philadelphia groeijende, volgens
Ka lm, verfchilt van de voorgaande door de
Bladen dieper en ongelyk getand, van onderen
zeer Wollig en derhalve dik te hebben :
de
( i ) Spir&a Fol. Ianceolaa's inaequaliter ferratis fubtus to*
mentofis , Flor. duplicato • racemolls. Ulmaria pentacarpos,
integris fenatisque foliis &c. Ti .uk. Alm. 3si. T. 321. f. ƒ.
RAj Suppl. 330. MORIS. Uift. III, p. 323.
N
II. DHL . V. STVJS»