III.
A fdeel.
XIV.
Hoofds
tu k .
Tienman •
ifift.
* 0 0 7 .en-
Hout.
Ds Kamrifche Cytifus , uit Se ba aange*
haald, fchynt van een-geheel andere natuur te
zyn, als dunne fliertige Takjes hebbende, die
langs den Grond kruipen , en zig fomtyds maar
een Voet hoog met de Bloemfteeltjes verheffen.
L innjEüs of de Heer Ivf drsay zegt
van deeze Soort: ,, de Bladen zyn (lomp Ey*
55 rond, eenigermaate gefpitst, wederzyds ruig-
» achtig , doch die by de Bloemen yoortko-
,f men byna ongeffeeld en zeer klein: de Kelk
n in drieën gedeeld , met de onderfte Slip.
,, drietandig : de Aairen van vyf of zes Bloe-
», men: de Haauwtjes witachtig ruig: de Bloe-
s,j rnen flerk van Beuk.”
Het algemeen bekende Lignum Rhodium of
Rofaceuni, in de Apotheeken dus, en gemeen«?
lyk Roozen - Hout , wegens zynen zeer aange-
naamen Beuk byna volmaakt met dien der
Provence - Roozen overeenkomftig, genaamd ,
wordt de Wortel geacht te zyn van een der-
gelyk Gewas. Het plagt eertyds van de Eilanden
Rhodus en Cyprus, in de Middelland-
fche Zee, te komen, en kreeg daar van den
naam , dien het nog behoudt. Tegenwoordig
wordt het ons meest van de Kanarifche Eilanden
en uit de Westindiën toegcbragt. Sommigen
verzekeren , dat het de Wortel zy van
den Kamrifchen Cytifus. Het is geelachtig ,
met bruine of Rosachtige Streepen en Harst-
Aderen. Men moet het van ’t gewoone en
thans niet minder bekende Roozen-Hout, dat
alleenlyk wegens; de fierlyke marmering van III.
Kleuren dus genoemd, en tot het keurlykfteAF™ *
Schrynwerk gebruikt wordt, wel onderlcheiden. Hoofd-
Het andere dient meest tot het ftooken vanSTUlt:-
Roozen-Olie, die uit de eigentlyke Roozen^"**'
naauwlyks te bekomen is.
( tj Brem met drievoudige van onderen Haai-Can}l*ans.
rige Bladen; de Bloemjleeltjes zydelings ,Iwirachti-
meestvyf Bloempjes, hebbende en gebladerd , *•
de Haauwtjes ruig.
De Groeyplaats, van deeze Soort, is in
Languedok en Italië. Zy gelykt naar de voorgaande
veel , maar heeft de Blaadjes grooter,
ovaal, van'onderen ruigachtig eu aan beide enden
fpits: de zyd - Takjes kort; de Kelken in
drieën gedeeld ; de Bloemen Reukeloos ‘. de
Blaadjes, die by de Bloemen groeijen, gedeeld
en naauwlyks kleiner dan de overige Bladen
van ’t Gewas, waar van de Takken hoekig en
Haairig zyn. ^
£3) Brem met drievoudige , ongejleelde, li- in. _
L: Linifolt
Vlafchbiau
dig«.
(z) GerJJla Fol. ternatis fubtus villofis, Peduaculis latera»
libus fubguinquefloris foliatis ; Legiuninibus liitfutis. Am,
Acad. Iv. p. Cyt. fl. latetalibus, Flor. hirFutis, Caule
ere&o ftriato. SAUV. Monsp. 191. Sp. Plant. I. p. 740. Cy-
tifus Monspesf. Medicx folio 8cc. Tournf. In ft. 6 48. Cyt.
fy’v. candicans. CfflSALF. Plant. 113. Gouan Mensp, 37y.
( ; ) Genifta Fol. ternatis fesftlibus linearibus fubtus Seri»“
ceis, Cytifus Argenteus Liaifolius Inful. Stoechadut», ToyRNF
hft. 648. Ge r , Prev, 4*j, GARID. Aix. 147*
F f 5