Hl. gezegd tien te zyn, waar van v y f langer, v y f
korter voorkomen. T o ü r k e f o u t , even.
Hoofd- wel, heeft ’er maar vier afgebeeld. HetVrugt-
•TOK, beginzel is vierkantig en wordt een vierhoeki-
tauiifi, ge Blaasachtige V ru gt, waar van ieder Holligheid
een Zaad bevat, dat Eyvormig is , zwart
en glad , naar Peonie - Zaad gejykende. Op
vogtige Moerasfige plaatfen aan de Kaap komt
dit Gewas overvloedig voort.
ïi. (st) Honigbloem met dubbelde afgezonderde
Kleine.
Deeze voert den bynaam van Kleine, waar-
fchynlyk om dat de beroemde C omme l y k t
dezelve Kleine Stinkende Afrikaanfe Honigbloem
getyteld hadt: geevende ’er de hoogte, flegts,
van drie o f vier Voeten aan. De Hyfiquanen-
fer Melianthus van H er m a n n u s heeft Stengen
van drie Ellen en daar boven hoog, groen
en ruig, met dergelyke Bladen als de voorgaand
e , welken , ieder uit elf Vinblaadjes beftaan-
de, ook diep gekerfd zyn , boven groen, onder'
wit o f grys, en rimpelig wegens de Aderen.
Twee fpitfe Stoppeltjes bevinden zig aan
den Wortel van ieder Bladfteel. Zeer ftinkt
dit Gewas , zegt men, naar het Doorn-Appel
Kruid»
(z) M•UanthusJStip«lis gerainis diftinftts. Hort. Cliff. 452,
X. Lttgib 402. Melianthus Africanus minor foetidus. Commt.
Rat, T. p 4. Mei. Hyfiquanenfis minor fcetidn*. Raj,
Oendr, 120. Mei. Afticaetjs mioor. Tourns. Injt. 421,
D i D y k a j w i a . 3 S S
Kruid, hebbende ook in de Bloem een Honig- HL
zoet maar zwart Vogt. ’t Getal der Meeldraadies
is vier. De Vrugt en ’t Zaad komen by- hoofd«
J TUK.
kans overeen. ^ v
De Heetterachtige Planten, die in de Klasfe fptrmia,
der Viermagtigen (Tetradynamia) voorkomen,
kunnen gevoeglyk tot de befchryving der Kruiden
gefpaard en niet bekwaamlyk van de anderen
afgezonderd worden. Ik gaa derhalve tot
de Enkelbroederigen over.
XIII. H O O F D S T U K .
Befchryving van de E n k e l u r o e d e r i g E
H e e s t e r s , Monadelphia, dus genaamd,
om dat de Meeldraadjes in derzelver Bloemen
S amengegroeid zyn , of uit een Grondituk
voortkomen; gelyk dit plaats heeft in de Geraniums,
Malva’s en anderen.
Ïk heb voorheen aangemerkt, dat de Smal-
deelingen deezer Klasfe van de V y f - , Zeven,
Tien-, E lf, Twaalf- of Veelmannigheid
der Bloemen , dat is , naar dezelven v y f, ze*
ven, tien , e l f , twaalf of meer Meeldraadjes
hebben, afgeleid zyn. Van de eerften komen
reeds eenige Heefters voor, als volgt.
L E R C H E A.
Dit eerfte Geflagt, naar den Sweedfchen
Z s Heet