III. als ook de Heefterachtige Galega van Browne ;
JlfnEEl " w #
vin. "doch deeze Westindifche verfchilt , zo onze
Hoofd- Ridder aanmerkt, zeer weinig van de voor-
*TÜK* gaande Soort, dan dat de Bladen veel minder
»ijfe. en naauwlyks van onderen eenigermaate Wollig
zyn.
" iv. C4) Sophora met gevinde Bladen, de Blaadjes
rupfchc. talryk, Lancetvormig, van onderen Wollig
, de Steng Heejlerachtig.
•Deeze > aan de Kaap groeijende, is eenHee-
fter in de Jongheid W o llig, doch ouder wordende
kaal, hebbende aan ieder Bladfteel drieën
twintig Blaadjes, en aan \ end der Takken
een Tros van witte omgekromde Bloemen , wier
Meeldraadjes als met Fluweel doorweven zyn ,
en de Vrugt is een platachtige Wollige Haauw,
bevattende van drie tot zes zeer harde Zaaden.
v. .:« (J ) Sophora met gevinde Bladen; de Blaadjes
menigvuldig , ovaal en glad; de Steng
Boomachtig*
Deeze valt in Japan , en hefeft van zeven
tot elf Eyronde, dunne, wederzydsgladde Vin-
blaadjes , de onderften een weinig kleiner en
kleine Trosfen van witte Bloemen.
(6) Soé
(4) Sophora Fol,' pinna t is, FcJ. aumerofis ianeeolatis fiibtus
tomenrofis , Caule fmticolb. Ment, fj. Sophora Oroboide*.
BlRC. Cap. 141»
($) Sofborm tol. pinnatii, Foiioiii plurimis oriti; ghfrrif.
Gaal* arboic». Ment, ft. Svatf. #A M , st.
(6) Sophora met gevinde Bladen; de Blaadjes ïb*
zeven in getal en glad.
Een Chineefch Heeftertje met fmalle Senne-s^ j FD
Blaadjes, en een geknoopte Haauw, die een vr>
lange Snuit heeft, van P l u k e n e t , wordt HePtMm
hier betrokken , zo wel als de Bortftruik vanzivenU*.
R u m p h i u s , Antichokrica, dus genaamd, omd*s*’ ■
dat dezelve een gezegend Middel uitlevert,
tot ft uiting van gevaarlyke nnlhrnn Vinden. De*
zelye isvry gemeen op Java en de Qostiudi-
fche Eilanden daaromftreeks , als ook op de
Molukkes, groeijende aan het Strand ter hoogte
van den gemeenen Ligufter, doch de Stam
krygt wel de dikte van een ’sMenfchen Arm
o f Been. De Takken zyn W o llig , de Blaadjes
ovaal, de Bloemen geel, de Vrugten knoo-
pige Haauwen, naar die van den Koraalboom
gelykende, en Zaaden als Erwten bevattende,
die een bitteren Smaak hebben, zo wel als het
geheele Gewas. De Temataaten noemen ’t
zelve het opperfte Geneesmiddel, als tegen drie
aldaar zeer gevaarlyke Kwaaien, het Bort, de
Pleuris en Venyn, dienftig zynde.
(7 ) Sophora met drievoudige ongedeelde Bla- vir.
den, de Blaadjes fmal, Bremach-^
Hier1* 6'
(4) Sophora Jol. plnnatis , roliolis feptenJs glabtis. Fl. Ztyl.
J67. Jruticulus Sinenfis &c. Pluk. ~4.ma.ltk. ig. T. 451. f.
|o ? Anticholerica. Rumph. Amh. IV. p. ö0, T. 2*.
( 7) Sophora Fol. ternatis fesfilibus, Foliolis lineirümt. Ber».
A 3 c*f%