III. Deeze bepaaling onderfcheidt het Gewas ,
^ x iu ^ d a t P t üMiER in de Westindiën ontdekt en
H oofd- onder den naam van uitermaate ruige Heefter-
STUR* achtige Alcea in Afbeelding gebragt heeft. Het
Ki# ? 9**'groeit ’er ook in Moerasfen, en wordt, in de
Hoven overgebragt zynde, zo rank en teder,
dat het grootelyks naar de voorgaande Soort
gelyke , zo de Hoogleeraaf J. Bdrmannus
aanmerkt. L 1 w n je u s hadt hetzelve niet ge«
zien.
In het Geflagt van Malva komen twee Soorten
voor , die Heetterachtig zyn , doch ik zai
die van de anderen niet afzonderen; des ik
overgaa tot dat van
L a v A T E R A.
t elk met de Malva en Althéa gemeen
heeft een dubbelen Kelk en veel Zaadkorrels
tot een Rondzeltje famengehoopt, die een en»
keld Zaad bevatten ; verfchillende alleen van
• -deze!ven , doordien de buitenfte Kelk niet drie-
Jbladïg., gelyk in de Malva’s , noch, geïyk in
de Althéa’s in negenen, maar in drieën verdeeld
is.
Dit Geflagt bevat zes Soorten, die Heefter-
o f Boomachtig z y n , als volgt.
(O Lavatera die Boomachtig is , met zeven-
hoekige , Wollige , geplooide Bladen, en
getropte eenbloemige Steeltjes in de Oxelen.
Dee-
(O Lavatera Caule Arboteo, Fol. feptangularibus tarnen.
;t*t
I.
Lavatera
jlrbtrea.
ltaliaanfehe.
Deeze, Boomachtige Mafoa ,de Venetiaanfche IIL
genaamd , met een kleine Bloem, die blaauw
is getyteld by B a ü h i n u s , bereikt fomtydsHoofd-
de hoogte van agt o f tien Ellen , dat meerST“®‘
dan twintig Voeten zoude zyn , volgens U a - '
MERARi u s , die dezelve, aan den Weg van
Pifa naar Livorno , fomtyds gevonden hadt.
Dezelve heeft een regten Stam, van een Arm
dik , zonder Takken , die boven uitfcbieten ,
met gladde groene Bladen , grooter dan die
van de Wilde Malva. In de Tuinen valt zy
kleiner , en is aldaar een tweejaarig Gewas ,
dat in de middelfte deelen van Europa ’s Winters
in huis moet liaan.
(0) Lavatera dit Boomachtig is , met zeven- L^ ttra
hoekige fpitfe, gekartelde, geplooide , Wol- mie dn s.
Ugq Bladen , en Bloemtrosfen aan ’t end
der Takken.
De Bladen zyn met ZwavelgeeleStipjes, die
in de Zonnefchyn glinfteren , befprengd , ’t
welk den bynaam geeft aan deeze Soort, de
Spaan•
tofis plicatis; Pedunculis confeitis unifloris Axillaribui. Syst.
Nat. XII. Gen. *4». P- 4«*- Veg. XIII. p. ja i. H. Ups.
aoi, H. Cliff. 348.- R. Lugtt. 3J5. Malva Arborea Veneta
difta, patvo Flore. C. B. Pin. 315. Malva Arborescens. 1)0».
Pempt. 653. C amee. Kort. Med. p. 95.
(1) Lavatera Caule Arboreo , Fol. feptangularibus acutis ,
cienatis, plicatis romentolis, Racemis terminalibus. R. Lvgii.
,356. Malta Fot. mollibus undulatis Scc. Mor. Hifl. I. p. 523»
S. {. T. 17. f. 9. Malva Hispanica. Mor. Pral. zts.J
II. Osel. v. Stuk.