Atoeel. 20 IaDg heeft als de VIaS* ’c GetaI der Meel.
vin. * draadjes is tien , allen van elkander afgezon-
Hoofd- derd , ’t welk deeze en de volgende Soort
Etttw - Van de andere Vlinderbloem - Planten onderr
e . ym fcheidt. De Styl is enkeld5 de Vrugt een
Peul.
Thans zyn twaalf Soorten, uit de drie andere
Wereldsdeelen afkomftig, in dit Geflagt
begreepen, naamelyk
sJphtra & Sophora mtt gevinde Bladen, de Blaad•
AUptcu, je s talryk , ruig, langwerpig; de Steng
Vosfeftaar- Kruidig.
Deeze bevondt zig in de Cliffortfche T u in ,
2ynde onder den naam van Zoethout, met
knoopige als gewrichte Peultjes, door B ÜX-
b a u m afgebeeld en befchreeven. T o u r n e -
f o u t hadtze Orientaalfch Ervum, dat over-
blyft , Vosfeftaartachtig, met een zeer lange
Vrugt, geheten. De Groeyplaats is in de Oos-
terfche Landen.
ii. ( 2) Sophora met gevinde Bladen, de Blaad-
w d ”ig T 3es talryk, rondachtig en Wollig.
De
f 1) Sophora Fot. pinnatis , Foliolis namerofis villofis oblong
«, Caule Herbaceo. Syst, Nat. XII. Gen, 503. p. z%7.
Veg. XIII, Gen. jog. p . 32 j . Sophora. Hort. Cliff. j Ss, Er-
vura Oriëntale Aldpecuroides perenne, Fruit u longisfimo.'
Totonf. Cor. %_7i Oiw.. KU6. 136. Glycyrrhiza siliqai*
nodofis, quafi articulatis. BUXB. Cent. III, p. zs. t , 46
(2) Sophora Fol. pinnatis, Foliolis numerofis fubrotunés
«omentofis. Soph, toni. fol, fubrotiwdi*, Fi. Zeyl, 163, in-
De Wolligheid der Bladen maakt dit Gewas Ifl.
^eheei Zilverkleurig , en het is tot de Colu-A vm!t *
tea’s betrokken geweest door H e r m a n n u s ,H oofd-
die aanmerkt, dat het een Heefter van Mans81175,
langte hoog wordt j de Bloemen AairSwyzë ver-n;^fms7~
gaard hebbende, welke naar die van Brem ge<-
iykeh j én waar op dergelyke Peultjes volgen
als iö de voorgaande Soort. Het komt overvloedig
in de Kreupelbosfchen i aan de Zee-
Kust van ’t Eiland Ccyiuu ? voor, zynüv,
een fcherpen, bitteren, walgelyken Smaak. Dat
het in de Cliffö'rtfche Tüinbëfchryving Indigo*
phora genoemd was, is niet om dat het de Indigo
zou Vóórtbrengen, maar, öm dat het tot
dien Gèflagtnaam betrokken werdt.
(3) Sophora met gevinde Bladen, de Blaadjes m.
talryk en eenigermaaie Hartvormig. Ocddenia.
De e ze , door E h r e t te Londen getekend ,fc ?C ‘ndw
is door T S.E w zeer fierlyk in Afbeelding ge-
bragt. Men betrekt ’ër toe de Ongedoomde
naar den Koraalboóm gelykende Heefter van
S l o An e met Bladen als die der Esfcheboo-
men j doch ronder, de Bladen en Takjes ruig i
als
digophora Fol. tomentolis. Hort. Cliff. 4*7. Colutea Zeilani.
ca Argemea tota. HeRm. Lugib. 169. T. i/ i .Raj. Hifi. 1720.’
(3) Sophora Fol. pinnatis, Fol. hutneroiis fubcordatis. Ga-
lega fruticofa &c. Brown. jam. 2S9. T. 31. f. 1. Corallo-
dendron Fol. Pfeudo - Acacte. Plum. Sp. 21, Ic. 101.. Atboti
Coral affinis non fpinofa. Sloan. Jam. 1.44. WJl. II. p. 40.
T. 107. f. 3. Sephpra arborea &c. Trev?. E km ,p. 27, T. 59,
A % II. DSËI.1 V. StUK.