III.
A fdeel.
vin.
H oofdstu
k *
I.
Royena
ftfdda.
(Glanzige.
TI.
Rotena
ilahra.
Gladde.
van de Kaap af kom (l ig, doch in de Opcn-
baare Kruidhoven overgebragt; naamplyk
( i ) Royena met Eyronde ruumchtige Bladen.
Deeze maakt in de Hortus Medicus alhier
een Takkig Boomgewas uit , van ruim zes
Voeten hoogte , doch bereikt anders fomtyds
wel de grootte yan den Laurierboom, De
Schors is Afchgraauw ; de Bladen zyn fpits
ovaal, omgekromd , twee Duim lang en een
Duim breed, van boven glanzig donker groen,
yan onderen helder groen, digt bezet met een
menigte van zwarte Stipjes. O f dit laatfle na?
tuurlyk z y , dan toevallig, kan ik niet verzekeren.
Het bloeit jaarlyks met fraaije paarfche
Bloempjes , doch draagt hier geen Vrugt, die
volgens C ommelyn , welke het Gewas uit
Zaad van de Kaap geteeld hadt, rond is, met
vier driehoekige Steentjes.
(a ) Royena met Lancetvormige gladde Bladen.
Van deeze-Soort is ’t Gewas, in de Hortus
alhier 3 wel zeven Voeten hoog I de Blaadjes
zyn
fi.) Royetta Fel. omis fcabritiïculis. Syst. Nat. XII. Gen.
jjo. p. 302. Weg. XIH. Gen. ss$. p. 341. Hort. Cliff. 149J
R, Lugdhat. 4,4.1, Stnphy'odendron Afr. fcinpervkens, Fol,
fplendentibus. COMM. Hort. T. p. 187. T. 96, Staph. Afr.
folio fingulari lucido. Heem, Par. T. 232. Piftacia Afficana,
ï-LUg. Alm, 298. T, 63. f. 4. T, 31,7- f, 5-
(z) Royena Fol. lanceolatis glabris. R, Lugdbat 442. Hort,
Cliff. 149. Berg. Cap. 144. Vitis !d<ea Mthiopica , Euxi mi-
gpiis folio , Floribus albis. CpM.M. Hor(. I. p. 12 j . T, <j.
Vizyn
de helft fmaller , taamelyk fty f doch regt
en glad in vergelyking met de volgende: de
Bloempjes veel kleiner en niet onaangenaam van
Reuk. In de Afbeelding van C o m m e l y n
gelyken zy meer naar die van Palm, dan in de
tegenwoordig hier leevende. Hy hadt ’er een
Vitis Idaa van gemaakt, naar welke Plant z y
in Bladerloof zweemt.' B e r g i u s befchryft
deeze Soort omftandig.
(3) Royena met Lancetvormige ruige Bladen.
De Blaadjes zyn in deeze Soort zo Lancet«
vormig niet , als in de voorgaande , en meer
ovaalachtig; ook zeer weinig naar die van Ros-
maryn gelykende , geelachtig groen, aan beide
zyden Wollig o f met een zagt Dons bezet en
flap met veele Adertjes. Z y bloeit ook hier te
Lande.
(4J Royena met langwerpig Hartvormige van
onderen Wollige Bladen.
Deeze gelykt naar de eerftë Soort, maar
heeft de Takken ruig : de Bladen zyn langwerpig
Vitis Idaea Mthiopica Myrthi foliis, Flosculis dependentibus.
Pluk. Alm. 391. T. 321; f. 4.
(3) Royena Fol. lanceolatis hirfutis R. Lugdb. 441. Arbutus
Fol. lanceol. &c. Hort. Cliff. 163. Staphylod. Afr. fol. lamj- .
giaofo Rosmatini latiore. Boerh. Lttgdb. II. p, 23 $•
f4) Royena Fol. cordatis oblongis, fubtus tomentofii. Syst.
Weg. XIII. Royena Fol. ovato - lanceolatis fcabrii. Hert, 01•
denl. Burm. Fl. Cap. Prodr.
G4
II. Deel, y , stuk.
III.
A fdeel,
v u l
Hoofdstu
k.
JHgynia,
III.
Royena
hirfuta.
Ruige,
IV.
Royena
villofa.
Wollige.