AfJebl De meefte Poorten als Boomachtig o f Boox.
*men zynde, heb ik reeds befchreeven f , zo dat
H oofd- alleen daar van nog de volgende voorkomen
STUK*
* ii. D. C O Myrtus met enkelde Bloemen in een twee-
f i * “ » bladig Omwindzel.
i, Myrten , door geheel Europa byna onj
s s s . ^ r * , m * * wic',s oitrproEg tog onzefer
Gemeene 1S (TJ » bekend , zyn van ouds tot heden in
MyïW,‘ achtl'ng geweest, wegens de fraaiheid van haar
altyd groenend Loof. Men vindt ’er, in de
Heilige Schrift, onder de fierlyke Women
die men tot het maaken der Loofhutten ge*
bruikte, gewag van gemaakt; alwaar in ’t Griekfch
voor
Cl) Myrtus Vlotibas folhmh, involucro diphyHo, Syst Nat
XII. Gen. 617. p. 340. K g . XUL Gen. 617. p. 38, H '
Cliff. H. Ups. 123. Mat. Med. 224. R. Lugdb. 259.’
Tourn. Inft. 640. * . Myrtus Fol. ovatis, Pedunculis longio-
ribus. Mil l . Dia. T. i84. f. i. M. latifolia Romans. C. B.
Tin. 468. f f M. Fol. ovatis , Baccis xotundioribus. Mill M.
minor vulgaris. C. B. Pi», 4ff5, y. M. Fol. ovato- lancepla- .
tis acut.s, Ramis rcftioribus Mil l . M. communis italica. C.
B. Pm. 4 5 8 . 3. Mi Fol. ovaio - lanceolatis confertis. Mil l .
M. latifolia Boctica fecunda. C. B. Pi». 459. clus. Hi ft. 1.
p. 6$. t. M. Fol. ovato-lanceolatis acutis. Mil l . M.fylveftr.
Tol. acutisfimis. C. B. Pi». 4 59. Clus. Hi ft. I. p. 55. f.
M, Fol. lanceolatis acuminatis. Mil l .M. latifolia Belgica.
C . B. Pm. 459, V. M.FoUineari- lanceolatis acuminatis. Mil l .
M. Fol. minimis & mucronatis. C. B. Pi». 409. Clus. Hifi. 1. p. 67-
(t) Sommigen leiden dien , wegens den Reuk, van de
Myrrh* af, doch de Griejken noemen die Gom - Harst Smyrm
ua, en waarfchynlyk zyn de Myrren eer bekend geweest^
Myrtn was by hun de naam van welriekende Zalven.
voor den Hebreeufchen naam Haias, in plaats Hl.
van Myrtos $ die van Myrjine gefteld is. D usAfd.®E]U
heette een Meisje van Athenen , dat wegens Hoofd*
haare fchoonheïd was om ’t leven gebragt enSTÜK'
volgens de Fabel - Hiftorie in zülk een Boom
veranderd , die door een droevig aanzien als
haar dood beweenen zou. Van Minerva was
derhalve de Myrteboom niet minder bemind
dan de Olyfboom, V i r g i l i u s fpreekt van
Oevers, die verrukkelyk fchoon waren wegens
de Myrten - Bofchjes , daar op groeijende ( f ) .
Volgens P l i n i d s waren de Myrten aan Ve-
nus toegeheiligd, die zelfs, onder den naam van
Venus Myrta , een eigen Altaar hadt. Z y werden
tot Kroonen gebruikt, om de Hoofden
der genen , die ’s Lands Vryheid befchermd ,
bevogten , o f verzekerd hadden, te verfieren.
De Wyn van derzelver Besfen door Gisting
bereid, was by de Romeinen, onder den naam
van Vinum Myrteum o f Myrtites, bekend.
In ’t algemeen kan men zeggen, dat het een
Heefterachtig Gewas is , *t welk door kundige
behandeling een fraay Boompje wordt, Latende
zig van Stek voortteelen, gelykerwys de
Rosmaryn , Jasmyn en Oleander. De Takken
van hetzelve zyn taay en buigzaam, met eene
roodachtige Schors: de Bladen hebben eene eigene
Laneetswyze figuur , en zyn in de gemee
(*) Litton Myrtetis lstisfima. ViRC» Geerg. II, v, iiz,
IL Dekl. V« Stuk*