Afdeel. een tweelippiöen Kelk hebben, de Meeldraad»
xiv. jes aüen famengegroeid ^ den Stempel Haakigf
stuk™' ^eC ^aauv^tje langwerpig 's famengedrukt en
'Tienman- Haairig; De Takken zyn ongedoornd , zegt
•*«*• de Ridder; ’t Is waar, dat het Gewas geen
weezentlyke Doornen of Stekels heeft, ge-
lyk andere Soorten van Brem hebben, maar
de enden der Takjes vertoonen zig als Doornen
, en hierom is het onder de Stekehgen ge*
plaatst geweest. Van eene byzondere of uitmuntende
Purgeerende hoedanigheid , in hetzelve,
vind ik nergens gemeld.
, vit. ( 7) Priemkruid met uitgejpreide gedoomde
Doombii* Takken, da Bladen Èyrond.
dige.
Deeze voert wegéns de ongemeënè Stekeligheid
den bynaatn. De Takjes v an h e t geheele
Gewas , 5c welk een klein Bofchje maakt van
ongevaar een Elle hoog, verdeelen zig in Stekels
en deeze wederom in kleiner Stekeltjes,
waar aan de Blaadjes zydelings groeijen, die
de Punten der Doornen zodanig verbergen ,
dat men het niet voor ftckelig Zou aanzien, eri
dus kwetst het den aanraaker, even als de Scor-
pïoen, onvoorziens met zynen Angel. De ver-
inaarde C lusiüs heeft het in Spanje driederley
(7) Spartium Ramis fpinofis patentibus, Foliis ovatis.Ge-
niftï - Spartium fpinofum inajus , prinum, fecundum, tertiumr.
■ G. B. Pin. 354. TotlRNE. Inft. <45. Aspalathus altera,
2, 3. CLU5, Hisp. zot. LOB. Icon. 82. GOUAN, Monxp, 3 j j .
GXR. Prtv. 480. GAKID. A ix . 204.
D S A D E L E k t i ; 44$
tey waargenomen, zynde van allen de Bloemen Hl- .
geelachtig en naar die van Brem gelyken.de.
Hy begryptze allen onder den naam van As- Hoofd-
palathus altera, die ’er van de Liefhebbers derSTUR*
Kruidkunde, zo te Salamanca als te Montpel-^a/^
lier, aan gegeven werdt. Aan den voet der
Pyreneefche Bergen groeide een derde Soort,
die ruig van Takken was, welke men Hallada
noemde. De Bloemen van de eerfte , met Suiker
gègest, werden, zegt hy, in Spanje, tot
herftelling der vervallen kragten gebruikt. Deezè
is in Languedok en Provence , zo wel als de
anderen, ook niet ongemeen. Zy worden aldaar
Argielas geheten.
( 8) Priemkrüid met enkelde en drievtudigé vut.
Bladen, de Takken zeshoekig 3 aan den top
Bloemdraagende. Hqekïg,
Drie Ribben , van ieder Blad afkomftig,
loopen langs de Takken heen, ’t welk dezelven
in deeze Soort zeshoekig maakt. T oürne-
fort heeftze in de Levant gevonden.
fp) Priemkrhid niet drievoudige Bladen, Rys- xr.
aelitige Takken en zydelingfe dubbelde 0 J ° ' Uitgc»
knikkende Bloemen. Vanb«‘d.
(*) Spartium Foliis Iblitariis ternatisque , Ramis lexangula-
xibus apice Floriferis. Spartium Oriëntale Siliqut glabrA coat.
presia et aanulata. Tournï. Cir. 44.
(9) Spartium Fol. tern. Ramis Virgatis, Flor. lateralibus
geminis cernuis. Gytifus Lufitanicus Medicx folio, FioribtiJ
ik Foliotun alis. Tourne. Inft. 648.
F f