°™ rent MS VoetB1» de Stam z0 d * als
vin. eens Mans Been, met een gryze Schors; het
H oofd- Hout wit en broofch; de Takken d ig t , en
' dC Toppen alleen met Bladen als die van
den Laurierkers begroeid, van aanzienlyke
grootte, waar binnen Trosfen voortkwamen
van wel twintig o f dertig Bloemen, ieder op
een Steel van meer dan een Voet lang, zyn-
de de Bloemen anderhalf Duim breed, meest
blaauwachtig .paarfch , fommigen bleeker, anderen
geheel wi t , Roch akemaal met geele
Stippen, zeer kleverig eer zy ontlooken, hebbende
een aangenaamen G eu r , die fchielyk
verdween. Dit Gewas werdt voor fchadeJyk
gehouden ; weshalve het van deeze Soort nog
minder te verwonderen was, dat de Honig op
derzelver Bloemen door de Byën vergaderd,
zodanig eene bedwelming onder de Soldaaten
van het Perfiaanfche Leger, als gemeld is , kon
veroirzaaken.
Men vindt dit deeze Soort ook, volgens A l t -
s t r o e m e r , by Gibraltar , op vogtige be*
fchaduwde plaatfen , en dus wordt daar van
door den Ridder gezegd : „ de Bladen zyn
„ als van den Laurierkers', niet afvallende,
„ fpits, met korte gladde Steelen : de End-
„ Tros heeft de langte der Voetjes o f Bla-
„ den, met overhoekfe, naakte, Voetfteelen:
„ de Kelk is zeer klein : de Bloem Klokvor-
„ mig , van grootte als die des Oleanders
») paarfch:
D e c a n d r i a . 77
„ paarfch : de Meeldraadjes, van den Styl a f - l i l . ' ^
eeboogen, hebben de langte van de Bloem.” vm.L*
, , h H oofd-
Roozelaar met glanzige, övaale, Jtompe , stuk.
geaderde Bladen, die een fpitfen omgeboo* v i .^
gen Rand hebben, en iinbloemige Steeltip?
Virgini» ■
TJ e s ' fche.
Deeze Firginifche is aldaar twintig Voeten
hoog waargenomen , : zo dat zy te regt den
Latynfchen bynaam voert. Dillenius,
evenwel, merkt aan, dat zy met de voorgaande
Soort overeenkomftig is. De Steeltjes ,
naamelyk, zyn wel éénbloemig, maar maaken
door hunne vergaaring ook end- Trosfen uit:
de Bladen als die van den Citroenboom, we-
derzyds glad, byna een Span lang. C o l l i n -
s o n noemt dit Gewas Berg - Laureola o f
Chamzerhododendros van Penfylvanie. Anderen
geeven ’er Bladen van den Laurierkers
aan; dat weinig verfdnlt. De Bloemen zyn ,
volgens C l a y t o n , fchoon rood; de Bladen
zeer dik en glad ,,van onderen Roestkleurig,
volgens M i ^ L E R - ’t Gewas blyft altoos groen
en groeit op, de Berg - Rotfen in Noord - Amerika
«, ; A Nf
(s) Rkdedendr»» Tol. nit. oval. obtufis venofis, margine
acuto lefiexo, Pedunc. unifloris. Ledum Laurocerafi fol. Am.
Acai. II. p. 200. Kalmia Fol. lanceolato - ovatiï &c. Mild,
J)iS. T. 22». Chamserodod. Laurifolia fempervirens , Fl.
bullati* , corymboGs. CAT. Car. III. p. T. 17. Azalea
flor. pulchcrr. fpeciofis uibris, CLAYT. N. *32, CSON,
yirg. 66.
U» DSM. V. STUK