III. groeit natuurlyk in Engeland, als ook in Swee-
Afdeel. jjgQ en gjberie. Het onderfcheid, dat zig tus»
Hoofd- fchen de Engelfche o f Jorkfche en de Siberi-
st»k. fche openbaart, naamelyk, is niet grooter, dan
vi"?elwy'tt gene ’er in verfchillende Planten, daar van,
uit Siberie wordt waargenomen. De Autheu-
ren hebben het Gewas onder den naam van
Pentaphyiloid.es befchreeven, en het is by ver-
fcheidene in Afbeelding vertoond, wordende
van de Oelanders Tok geheten. Zonderling,
dat hetzelve dus de koude deelen van Europa
alleen verkiest tot zyne Woonplaats. G me*
L i n heeft het in Siberie gevonden, met Rys
van een o f twee Ellen hoog, bezet met Steeltjes
, waar aan een Blad, diep in vyvwi gedeeld
, van boven groen, met witte Haairtjes,
van onderen geaderd en minder Haairig, en dus
veel naar die van het Vyfvingerkruid gelyken-
d e : doch in het gedroogde Exemplaar , door
zyn Ed. uit Daurie overgezonden , waren de
Bladen weezentlyk gevind. De Bloemen kwamen
enkeld aan ’t end der Takjes voort^, die
van het gezegde Rys zydelings uitghfchooten
waren. In een laager Gewas van dien zelfden
aart, niet hooger dan een Voet opfchietende,
waren de Bladen dikwils uit zeven Vinnetjes,
even als in het Jorkfche, doorRa y befchreeven
en Heejler - lijfblad genaamd, waar in de zelfde
eigenfchap als in de Siberifchen , van naamelyk
aan de Takken af te fchilferen, waargenomen
werdt.
C AC
a l y c a n t h u s . Kelkbloem. .
Afdeel»
Eefl vyfbiadige, Kruikachtige K elk, met ge- Ho^ D-
kleurde Blaadjes fchubbig bezet. Veele Stylen STUK.
met een geklierden Stempel. Veele Zaaden, Poijgj-
die geftaiart zyn , binnen een Sappigen Kelk”'**
Vervat. Dus zyn de Kenmerken van dit zonderlinge
Geflagt van Planten opgegeven, waar
toe men twee Soorten betrokken vindt.
O ) Kelkbloem met de binnenfte Bloemblaad• i.
J6S langst. i thus Fhrtdus.
Dit Gewas , in Karolina groei jende, maakt Karoiini-
Volgens C a t e s b y een Heefter van agt o f (che*
tien Voeten hoog , met Bladen als van den
Kornoelje - Boom, welks Bloemen, uit dikke Koperkleurige
Bloemblaadjes beftaande, veel naar
die van de Gelternde Anëmone gelyken, hebbende
een Kelk met omgeboogen Blaadjes j
Van de zelfde Kleur. Gedagte Autheur heeft
het Gewas , welks Bast Kruiderig is , naar
Kaneel ruikende , in Europa ingevoerd, alwaar
het driederley Naamen bekomen heeft , die
geen van allen door onzen Ridder goedgekeurd
zyn;
( i ) Calycanthus Pe'talis intérioribüs longioribus. Syst. Nat.
XII. Cen. 639. p- 35 3. Vtg. XIII. Geil. <539. p. 400. But-
netta Arienaories Flore. Du HAM. Arhr, I. p. 114. T. 4j .
Bafteria Fol. ovatis acurninatis, Caule fruticofb. Milt.. Di&.
T. 60. Beuteria Tetalis Coriadeis oblon'gis &c. ÈhrëT, P lïi.
T. 13. Fnitex Corhi foliis Séc. CATESB. C4r. I. p. T.' 4$:
Sf.l igm. Vtg. BI. 92.
F a