UI. By M o n t p e l l i e r heeft het Gewas van
v? u deéze Stinkende Klaver, zo de Heer G ouan
H oofd- aanmerkt , de hoogte van een Menfch ; de
s tu k . Blaadjes zyn Lancetvormig en zeer glad} de
J “™ - Blikjes Eyrond : de Haauwtjes Ioopen uit in
een Degenvormige Punt. Het is, volgens G a -
r i d e l l , zeer gemeen in het Diftrikt van
Aix in Provence en volgens C a m e r a r i d s
door geheel Hetrurie bekend. Indien men
in Duitfchland , van Italiaanich Zaad, voortteelde
, en dan van dat Gewas wederom Zaad
won , bragt hetzelve een Plant voort zonder
Reuk.
x. f i o ) Pforalea met alle Bladen drievoudig, de
Giandui$, Blaadje| Lancetvormig runw gefteeld: de.
Geklierde. Bloemen aan Aaireb.
Deeze , in Chili waargenomen door Pater
F e.u i l l e e (*J , is een. Boompje, dat zig aldaar
„ Meeldraadje is , gelyk in de Geklierde en Amerikaanfche ,
„ onderfchciden ” , en daar ej> vraagt: zyn deeze derhalve
„ ook van eén byzondec Geflagt ” ? ik denk dat hier een
Drukfeil fchuile, en dat men, in plaats van Stamen decimum
dijlinïïant, zal moeten leezen , Stamen deoïmum r.on eut vlx
d'ifiinüum : Het tiende Meeldraadje is niet of naauwlyks on-
derlcheiden.
( io ) Pforalea Pol;, omnibus ternatis Fok Lanceolatis
Petiolis fcabris , Flor. Spic.atis. Pfor. Fol, omn. ternatis ,
Caule erecto Arborescente. Arduin. Sp. 24, T, ?. Barba
]ovis triphyila Fiere ex albo coeruïco. FeuiLL. Perav. III.
T . 3.
(*) Men heeft, door Ichielykheid , de Woonplaats in Fe.
, ra.
daar eens Mans langte hoog verheft, hebbende HL
den Stam by den Grond omtrent twee Duimen ApxDl®,
dik. Het geeft verfcheide Takken en Takjes Hoofd-
uit, waar aan Bladfteelen met drie Bladen aanSTÜK*
% end, het middelfte', grootst,' de geheele Op - dr? “ dn'
pervlakte gehippeld hebbende ,• doch anders
fchoon groen en zeer fpits, het grootlle by de'
drie Duimen lang. Sommige kleineren komen
uit de Oxelen voort en' aan ’t end der Takjes
de Bloemen, die kleine Tuiltjes maaken. De
Haauwtjes zyn zeer kort en byna ovaal, een-
zaadig. Het Loof heeft den Reuk van Wyn-
ruit , en wordt van de Indiaanen tot verfcheide
Geneesmiddelen gebruikte
(18 ) Pforalea mei gevinde Bladen en Oxel- xvur. ,
» . Enneaphyl» Aairen- , u
Negen-
De Lotus • achtige Colutéa uit Oostindie, metbladise*
famengeboopte Haauwtjes, van P l u k e n e t ,
wordt hier t’huis gebragt. Door den Heer
J a c q u i n is deeze Soort, by Karthagena in
de Westindiën, waargenomen,' alwaar zy een
regtopftaande Heeiter was van v y f Voeten
hoog , met gevinde Bladen., van een o f twee
Duirugefteld,
doch deeze Pater zegt , dat hy hetzelve in een
Valey van Chili , pp drieëndertig Graaden Zuider Breedte,
vendt.
(18) Pforalea Fol. pinnatis, Spicis Axillaribus. fACC^. Amer.
27. Hifi, 206, Colutea enneaphyllos Lotoides , Siliculis con-
conglomeratis. Pluk, Alm. 113. T. 166, f. 2,
Pit
„yJdfëÊs
ï k m m
t ip
f ff l
ImI#m
hHsm&it-MA:-•
pp®
C f rM
I Ä
fc&gQ ■%