III. in o f uitwendig , van dienst kan zyn : doch
AFxuEL’ wanneer de minde verhitting in ’t Lighaam
H oofd* plaats h e e ft, dan is ’t niet raadzaam veel ge*
STUK. bruik daar van te maaken: ’t welk van alle
z a lig e ' Kruideryën gezegd kan worden. Gedagte Spyck-
Olie, ondertusfchen , die ons uit Provence gedefinieerd
wordt toegebragt, is een byzonder
Middel tot verjaaging en vernieling van Onge-
dierc, wordende de Lavendel - Bloemen en Bladen,
als bekend is, ten dien einde, metvrugt,
tegen de Mot, in Kleerkasfen, Koffers en Kisten,
gelegd. De Olie gebruiken veele Konfle*
naars om een glans te geeven aan Houtwerk
en andere dingen.,
^ (a) Lavendel met dubbeld F'inswyze verdeelde
muitifid«. Bladen.
Fynbladi-
**• Zodanig eene Soort van Lavendel, met fyn
gefnipperde Bladen , is den vermaarden C lu -
s 1 u s in Spanje, doch zeldzaam, voorgekomen.
Z y groeide ’er fomtyds ter' hoogte van een
E lle , hebbende Wollige Afchgraauwe Bladen,
fcherp van Smaak en aangenaam van Reuk, en
droeg de Bloemen , die blaauw van Kleur waren,
in Aairen by een , even als de gewoone
La*
( 2 ) Lavandula. Foliis duplicato-pinnatifidis. Hort. Cliff. &c. &c.
Lavandula Folio disièófc» C. B. Pin. 215. Lav. multifido folio.
Cx.vs.HiJi. I. p. 345. Hisp. 23 j. fi. Lavandula F o l. longiore
tenuius ct eleganrrus disfe£to. Comm. Rar. p. 2 7 . T . 27. ¥.
Lavandula Canarienlis maiitima , Spicl multiplid cesiuleS.
FX.UK,. Aha. 2 o s . T* 303. f . J .
Lavendel, maar als op vier ryën gefchikt, en UI.
dikwils kwam de eene Aair uit de andere voort.
In onze Kruidhoven is deeze Soort bekend, Hoofd*
tot welke, als eene Verfcheidenheid, betrok-4TUS*
ken wordt de! Kanarifche Lavendel, onder dtfptrZl*.'
zeldzaame Planten van. den Amflerdamfchen
Tuin door C o m m e l t n in Afbeelding ge-
bragt, welke van de Kanarifche Zee-Lavendel
van P l ü k e n e t , met veele Aairen van
blaauwe Bloempjes by elkander, weinig fchynt
te verfchillen.
(3) Lavendel met Vïnswys' getande Bladen. m
~ Lavandula
Een ongemeene Stoechas, door C l u s i u S (tent at
afgebeeld , welke hy op den top van ’t Ge-ggfi}l3dl'
bergte Calpe gevonden hadt, maakt deeze Soort
uit. De Portugeezen , zegt hy, noemden dezelve
Aliehrin Francès , dat is Franfche Ros-
maryn ; waar mede zy de vreemdheid van dit
Gewas wilden uitdrukken. Hy hadt het, door
den naam van Stoechas J'errata, willen onder-
fcheiden. Dë Groeyplaats is , zo L i n n ä üs
aanmerkt, ook in ’t Qoften.
ige Bladen iv.
LavAnoiulét
Stotcbai£
Dits
--------j _ . --- -
(4) Lavendel met final Lancetvormi]
en gekroonde Aairen.
tstéchas.
(3) Lavandula. Foliis piunato - dentatis. Hert. Cliff. 303.
R . Lugdbat. 323. Stoechas Folio ferrato. C. B. Pin. 216. Stee-
chas crispo folio, C Stoechas ferrata. Clus. HiJ/,‘ 1. p. 34s.
Hisp. 233, Stoechas folio ferrato. Dot). Ptmpt. 273.
(4) Lavandula Foliis lanceelato - linearibus, Spicâ comoil.
■H.
II. Desz. v. stuk.
I »
'Lpe'r'"