Hl» (8) Indigo met de Bladen vyf- en driebladig
• gevind ; Ti osjen in de Oxelen; de Steng
H oofd* Heefterachtig.
STUK.
vin. Die is insgelyks een Kaapfch Gewas, het*
Ccytifus'welke te vooren tot de Pforalea werdt betrokachtige.'
ken, thans met den zelfden bynaam, als naar
den Cytifus gelykende , hier geplaatst. Het is
een Heefter met hoekige Takken, de onderfte
Bladen drievoudig, de-bovenften vyfbladig ge-,
vind hebbende; de Blaadjes langwerpig, grys,
gefpitst en byna even groot ; de Stoppeltjes
Elsvormig; Trosfen, langer dan de Bladen, van
afvallende Blikjes; dé Meeldraadjes niet allen
famengevoegd , de Vlag opgéregt : de Vrugt
een rolrondachtig Haauvvtje, als uit Leedjes
beftaande.
ix. (9} Indigo met gevinde Bladen y ruig; de Steng
^uige!' regtopftaande , geaairde Bloemen en hangende
Wollige Haauwtjes.
Volgens den Hoogleeraaf J. B ü rm a n n u s
fchynt dit ook een Heefterachtig Gewas te
zyn,
f$) Indigeftra Fol. tjuinato - pinnatis ternntisque, Racemis
Axillaribus, Caule FrutiGofo. Veg. XUI. Pforalea Cytifoidet.
Sp. Plant. 1076. Lotus Africana Frutescens , Florc fpicato
rubienndo. Comm. Httt, II. p. 167. T. 48. Genifta Capenfis
Ipinofa Liguftri folio &c. Pluk. Pbyt. igj. f. s
(9) Indigofira Fol. pinnatis , hirfuta, Caule ere£to, Flor.
fpicatis, Legum. pendulis Lshatis. Fl. Ztyl. 172. Am. Aead.
I. p. 408, Aftragaias fpicatus Siliquis pendulis &c. Bubm. Zeyl.
37, T. 14. Kattu - Tageta. Hort. Mul. I. p, SS- T. 30.
*yn, als hebbende Houtige, fterke, harde Tak- ^ IH ^
ken , waar aan Bladfteelen komen met zeven X[/_ '
Eyronde Vinblaadjes, zeer Wollig. Een lange Hoofd-
Aair, byna van een Span, komt uit de OxelsST^ _
voort, met Vlinderbloemen , tegenover elkan-^™*.
der, waar op Zaadpeultjes volgen, die uitcr-
maate ruig zyn , lpits , met kleine witachtig©
Zaadjes. Het groeit in Oostindie.
(10) Indigo met gevinde Liniaate Blaadjes enA
verlangde Trosfen', de Steng Heefter achtig, na.
0 Smalbladi*
Deeze , aan de Kaap groei jende, heeft ne-ge*
gen of elf gelyke , fmalte, fpitfe Vinblaad-.
j es , die eenigermaate ruig zyn : de Bloem is
van buiten paarfchachtig, hebbende een ge-
fpoorden Kiel en fmalle Meeldraadjes, gelyk
in de andere Soorten.
(11) Indigo met gevinde Lancetvormige Blaêdjes
en korte Trosfen; de Steng laag Hee- vreemde.
f ter achtig.
L i n n j e u s geeft aan deeze den bynaam
van f tn ï l , om dat zy tfeel naar de volgende
gelykt, verfchillende daar van , zo door de
kleinte van *t Gewas, als dat de Blaadjes van
onderen ruig zyn; de Haauwtjes omgekromd en
fpits, Z y groeit in Indie, (12.) In*
(10) Indigafera Fol. pinnatis Linearibus, Racemis elonga«
lis, Caule Fruticofo. Mant. 272.
( 1 1 ) Indigofera Fol. pinnatis Lancealatis, Racemis brevi-
bus, Caule SulTcuticofo. Mant. 27a*
l*v, T'y-hEb«-