'Afdeel Schier' Kiland van Kadix, byna geheel bedekt
xiv. ’ zyRde met een fyn wit Zand , ongemeen tiert jj
Hoofd- niettegenftaande men aldaar naauwlyks eenige
s ÜK* andere Planten, behalve deeze en het Kruinen-
de Stalkruid , vindt, De Spanjaarden noemen
haar Retamas. v.Zy groeit ’er meer dan eens
Mans laagte hoog; dienende dus de Bokken eri
Zwynen tot belchutting tegen de brandende
Hitte der Zon, terwyl de eerften ook de groene
Takken eeten , en men gebruikt dezelven
om de Moeskruiden, die ter Markt komen ,
aan Bosfen te binden. Bovendien belet hetzelve
de verftuiving van het drooge, losfeZand,
ongemeen , en verfiert de dorfte Velden door
zyne bloemen. De Stam is dikwils een Arm
dik, Afchgraauw van Kleur; de Takken of Rys-
jes zyn groen: de Bladen glinfteren als Zyde:
de jonge zyn Lancetvormig , de ouden Hom*
per, van vooren een weinig gefpleeten en om-
geboogen. De Bloempjes komen in ontelbaare
menigte, klein, wit, met roode Kelkjes voort.
v. (5) Priemkruid met ronde Takken, de Bladen
EpU'ocaf* Lancetvormig ongefteeld, van onderen
Rondzaa- ruigachtig.
Van deeze is thans een byzondere Soort gemaakt
s
(s) Spartium Ramis teretikus , Foi, lanceolatis fesfilibas»
litbtus pubescentibus. Munt. 571, Spart, alterum moiio'per.
mum Semine Reni flmili. C. B. Pin. 35S. Spartium hypo»
fphxrolobium. Ren. Sp. 35. T. 33. Spart. 1. CLVS. Risp.
293. Spart. z. Clus. Hifi. I. p. 103.
maakt» die naar de voorgaande veel g e ly k t.jn .^
jgoch bovendien de Bloemen geel heeft. Zy
verfchilt evenwel veel in grootte, als den Stam Hoofde
doorgaans maar een Elle hoog en een Duim8™*.^
dik hebbende, met een ruuwe Schors en vede^***"
Rysjes , die doorgaans Bladerloos zyn , komende
de Bloemen met die van Zoethout en de Zaadhuisjes
met Paardeboonen byna overeen. Deeze
bevatten een Nierachtig Zaad , dat in de
Huisjes rammelt, doorgaans cnkeld in ieder
Haauwtje. Hier van is de bynaam der voorgaande
afgeleid, die de Zaadhuisjes en het
Zaad, beiden , kleiner heeft, doch anders van
de zelfde gedaante, zo C L u s i u s aanmerkt. De
tegenwoordige groeit in Zandvelden , op ver-
fcheide plaatfen van Kaltilie.
/6) Priemkruid met ronde geftreepte Tukken, vr.
de Bladen Lancetvormig, byna ongejteeld pmgee.
en ruigachtig.
Deeze is Purgeerende Brem genoemd geweest,
en groeit op drooge, Bergachtige, openeplaatfen
, in Provence. Het is een Heefter , met
Biesachtige Takken , die aan de enden Bladen
en Bloemen tevens uitgeeft. De Bladen zyn
Lancetswys’ ovaal, ongefteeld, Fluweelachtig ,
korter dan de Bloemen, die gefteeld zyn, en
een
( 6 ) Spartium Ramis teretibus fhiatis , Fol. lanceolatis,
fubfesfilibus pubescentibus. Ger Prov. 480, Geniftapurgans,
Sp. Plant. 9 'J9 - Genifta f. Spartium purgans, J. B. Hifi. ï .
p. 404. TOURNF. Infi. 644.