in. A fdeel.
VIII.
H oofdstu
k .
Eenwy*
VÎ^f't
ken verdeelt, met Blaadjes die zeer fmal er*
puntig zyn % twee paaren tegen elkander over,
groen en glad. De Bloemen zyn vyfbladig, geel;
de Vrugt is rond en plat, vyfhokkig gelyk in
de andere Soorten.
H e i s t e r i a .
De Geflagtnaam is den vermaarden H e i s
t e r , wylen Hoogleeraar der Genees- en
Heelkunde niet alleen, maar ook der Kruidkunde
, in welke hy ook aanmerkelyk gearbeid
«zieii.D.heeft*, toegewyd.
biadTioi. He Kenmerken , behalvendie van tien Meeldraadjes
en een enkelen Styl te hebben, zyn ,
een vyfbladige Bloem met eenen vyfdeeligen
Kelk , die vergroot zynde en gekleurd tot een
bekïeedzel ftrekt van de Vrugt.
I# He eenigfte Soort CO fs door den Heerjac-
Htißeria QüiN, die den gezegden Geflagtnaam overse-
Hoog- dragen neeft , in de Westindien, en wel aan
roode. Beeken in digte Bosfchen, op ’t Eiland Marte-
nique, waargenomen. Uit zyne Afbeelding is
\ blykbaar, dat dezelve als Laurierbladen heeft,
doch het is een gantfch niet fraaije Takkige
Boom , zegt hy , van twintig Voeten hoog.
Met reden mögt dezelve dan van my onder de
Boomen befchreeven zyn geweest. ,, De In-
»3 ge-
(* ) Heiflecia. Syst. Nat. XII. Gen. 533. p. 297. Veg, XI11,
6 sn. S3S. p. 336. jAcq^ Jlnxr, Hiß. p. 12S. T. 8i.
D E C A N D R I A . 63
, gezetenen noemen hem , (zegt zyn E d .) , III.
Bois Perdrix , dat is Tortelduiven - Boom , Af™ *
„ om dat dienaar de Vrugten zeer gretig zyn”.HooFD-
De Bloemen die klein, op Steeltjes, in de?TtJK*
Oxels der Bladen voortkomen , hebben eennia/ ' t^sy*
klein, groen Kelkje, dat in de Vrugt hoogrood
wordt, meteen zeergrooten uitgebreidenRand,
geevende den bynaam aan deeze Soort. Die
zeldzaame Vrugt , een Eyronde ftompe Noot
bevattende , heeft zyn Ed. in Plaat vertoond.
Q u i s q u a l i s . Warftruik.
De byzondere Kenmerken van dit Geflagt
zyn , een vyfdeelige Draadachtige Kelk; v y f
Bloemblaadjes, een vyfhoekige Vrugt.
De Geflagtnaam, door R u m p h i u s ver- . r-
zonnen om de wonderlykc veranderlykheid vanindua*
dit Gewas uit te drukken, is door den Ridderpc®°stindl'
behouden en met den bynaam Indica toegepast
op eene Soort CO» tot welke zyn Ed. zo wel
de ruige o f Wollige als de Gladde Quisqualis,
die beiden door den Heer N. L . B u r m a n -
n u s in Afbeelding gebragt zyn, betrekt. Van
deezen waren zy door de plaatzing der Bloem-
fteeltjes , overhoeks , o f tegenover malkander,
onderfcheiden. Die van R u m p h i u s is een
Gewas, dat eerst als een klein Boompje uit den
Grond
( 0 Quisqualis. Syst. Nat. Xtl, Gen. 534. p, 257. Veg.
XIII. Gen. 5 39. p. 336. Rumph. Amb. V. p. 71. T. 3*.
Burm. Fi. Ini. p. 104, pubescens, T, 35. f. 2. giabrï, T,
28. f. 2.
II. DEEL, V. STUK.