III. veei naar die Soort van Hey, welke Empetrixiv.
‘folio, genoemd wordt, en is hiernevens, in
Hoofd- j , 0p Plaat XXVIII, wat het bovenfte
STÜK* gedeelte van het Takje aangaat, in de natuur-
w ^ ^ ’lyke grootte afgebeeld, zynde het onderile ongebladerde
gedeelte nog eens zo lang. , De
Klpur van het Takje is bminachrig en die van
de kleine Takjes Wollig wit. De Blaadjes,
omtrent een Kwartier Duims lang , hebben
eene Rolrondachtige figuur, met een Puntje,
zyn groen en zeer gefronzeld, komende niet
Tropswyze, maar digt by elkander voort. By
A ziet men het Hartvormig Zaadhuisje in de
gefteelde Kelk tusfchende Kelkblaadjes, zynde
de Bloem, zonder dezelven , aldaar ook met
zyn gebaarden Kiel , den Styl en Meeldraadjes,
afzonderlyk, vertoond.
S e c u r i d a c a .
Een driebladige Kelk; een Vlinderbloem die
een tweebladigejVlag binnen de Vleugels heeft:
de Vrugt een Eyronde ééhhollige Haauw,
uitloopende in een Bylswyze Wiek, en bevattende
een enkel Zaad, zyn de Kenmerken
van dit Geflagt. Twee Soorten, beiden West-
indifche Gewasfen, zyn daar in begreepen, als
volgt (f).
(O Se-
(*) ’t Geflagt van Seeurliac* by Tournëfort , bevattende
de Securidac* lutea major van Bauhinus , wegens de Bylswyze
figuur der Zaaien van Clusius dus genaamd, is onder
de CnmlU’s betrokken.
P l A D E L 3? H I A. 435
(i) Securidaca met een regtopfiaande Steng.
In Bosfchen op Steenige Gebergten van ’t ^ ^ .
Eiland Martenique heeft de Heer J acquinStuk.
deeze waargenomen, die een Boom is van twaalf i.^ ,
Voeten hoogte, met lange, flappe Takken Iu g *S . *
tig begroeid , en getroste paarfche Bloemen. ^eg| f am’
De Vlag is hier (lomp, de Vleugels zyn rondachtig
, de Kiel heeft een plat omgeboogen
byhangzel.
Ca) Securidaca met een klimmende Steng. n* v y Scaniens.
Deeze, een klimmend Heefterachtig Gewas,^umen'
is den zelfden Heer by Karthagena , in digt
Kreupelbofch, Voorgekomen. De jonge Takjes'
van hetzelve loopen in zeer fterke Klaauwieren
uit. De B la d e n zyn langwerpig o v a a l , ftowp
en glad, gefteeld. Tegenover dezelven komen
Trosfen van reukelooze roode Bloemen , die
de Vlag fpitsde Vleugels langwerpig, en aan
de Kiel een groot byhangzel hebben.
Onder de Tienmannigen in deeze Klasfe
komt eerst voor het Geflagt van
A-
( i ) Securidaca Gaule ere&o. Syst. Nat. XII. Gen. Sjz. pó
47Z. Veg. XIII. p. 533. ]ACq. firner. Hiß. 197. T. 183. f.
39. Securidaca Fruticoö Foliis fubrotundis &c. BROWN, Jam.
as 7.
(z ) Secnridaca Caule feandente. Jac^. Amer. Hiß. 197’,
T. 183. f. 83. Spartium fcandens , Fruftu criftato & alato,
Flore rubro. Flum. 7c. 247. f. 1. Securidaca foliis oblongis,’
Ipicis ratnofis. Brown. Jam. II. p. 241.
Ee s
II» Deel. V. stuk.