UI. of met ander Moes gekookt en gegeten. Van
de Steden maaken zy , even als w y van die
H oofd- van Hennip, tot T o u w draaijen gebruik. Men
8TÜR* zaait het daarom juarlyks in In die.
Guinee- Als eeDe Verfcheidenheid was hier toe be- Iche Zim-, ■
ring. trokken, de Ongedoornde Hibiscus, met Zaags-
wys’ getande Bladen, de onderlten geheel, de
middelften in drieën , de bovenflen in vyven
verdeeld, van den Hoogleeraar A. v. Royen ( * ) ,
welke de Indilche Alcéameteen groote Bloem ,
van B a u h i k d s , en de Sabdarifa der Autheu-
ren zou zyn. Dezelve heeft, zo men aanmerkt,
de Bladen fomtyds in drieën, fomtyds in vyven,
lomtyds ook in zevenen, verdeeld, en
hier toe behoort de Amerikaanfche Alcéa van
C l u s i u s . De Heer J a c q o i n vondt dee-
ze Soort als een Zaaygewas in de Tuinen op
de Westindifche Eilanden, zynde derwaards, zo
men zyn Ed. berigtte , van Guinéa uit Afrika
overgebragt ; weshalve ooit de Franfchen die
Ozeille ds Guinée , dat is Guineefche Zuuring
noemden. Hier van kwamen voor, die.de
Kelken Bloedkleurig o f donker rood , of uit
den groenen witachtig hadden, zynde dezelven
dik , Vleezig, Sappig, lly f en broofch. „ De
, , Stengen volgen de Kleur -van den Kelk
„ meer
(*) Hibiscus inermis , Fol, fenatis : infimis indivifis, ine-
fliis tripauitis, furutnis quinque - partitis. R. 'Lugib. 3 J9- AI-
csa Indica magno Flore. C. B. Pin. 317. Alcasa Americana.
Clus. Hiß. tï. p. 2«. Sabdarifa. Doo, Lob. CAm. *fc.
Obs. II. p, is.-
meer o f min. ’t Is een jaarlykfch Gewas, m.
” van eens Menfchen hoogte. De DoorensArx° “ 1-
*-* ^eefc het niet, waar mede de HennipachtigeHoofd-
,, gewapend is , daar het in Geftalte zeer me-stuit.
, , de overeenkomt, en, dewyl die in de
ropifche Broeihuizen niet ongemeen is , zal
” ik het Gewas niet nader befchryven. De
dubbelde Kelk , begaafd met een aangenaa-
me Zuurheid, is byna het eenigfte, dat men
*, van deeze Plant gebruikt. Het Zaadhuisje
„ wordt doorgaans weg gefmeeten ; hoewel men
,, de Knoppen zelden afplukt, voor dat de
„ Vrugt haare volkomenè grootte bekomen
„ heeft. Zy worden niet raauw gegeten, maar
men kooktze ruim een half Kwartier ïn Wa-
„ ter , en dan, een weinig gedroogd zynde ,
,, worden zy bekwaam tot allerley foort van
„ Konfituur, welke in Smaak gei.ykt naar de
„ Europifche Aalbesfen- Geley, zynde naar de
„ Kleur der Knoppen, die men gebruikt heeft,
„ wit o f rood. Maar , om dezelven zoet te
„ maaken, wordt magtig veel Suiker vcreifcht.
„ D e Geley daar van, welke onbedorven
„ naar Europa kan overgebragt worden , is zeer
,, aangenaam van Smaak. Het uitgeperfle Sap,
, , met Suiker gemengd, geeft door Gilling een
„ niet onaangenaamen Wyn , die rood of wit
„ van Kleur is , doch naauwlyks een Maand
„ goed blyft. De Franfchen noemen dien
„ Zuuring - Wyn , de Engelfchen Zuuring-
„ Koeldrank. Dm kort te gaan, alle Konfituu-
„ ren,