III.
A fdeel.
VIII.
H oofdstu
k .
IV.
Fagtra
Mabtbaarfche
»
V.
Tertl
Ceylonfche.
( 4) Casfia met driepaarige Blaadjes, een
Steelkliertje en gehaairde fpits Hartvor*
mige Stoppeltjes. *
Een harkend Hèeikrtje * drie o f vier Voeteö
hoog , op Zandige plaatfèn aan de Kust van
Malabar voorkomende, heeft Draadachtige Takjes
en korte Bladfteeltjes, wordende de Blaadjes
op Venynige Beeten ge-appliceerd.
(5^ Casfia met driepaarige SpatetvornLige Blaadje
s , de buitenjten grootst, en tusfchen de
vier onder/ten een Els vormige Klier.
Van deeze is de Steng regtopftaande, niet
zeer Houtig , ruuw wegens de Lidtekens der
Takken , die zig zeer uitbreiden. Men vindt
’e r , door verfcheide Autheuren, de Afbeelding
van gegeven; inzonderheid van die met kromme
Haauwen , Tala genoemd by de Ceylonee*
zen, volgens H e r m a n n ü s , doch de alge-
meene naam, by de Indiaanen, is Tora, waar
van
(4) Casfia Fol. ttljagit, Gland, petiolari , Stip. ciliatis,
cord, acuminatis. Casfia f. Senna fpuria tetraphylla arbores-
cen» See. Amm. Herb. 60j. N. 33 ? Tagera Hort. Mal. !Ï,
p. 103. t . ' $2 ? Raj. Hifi. 174J ? BURM, Ft. Ind, p. 55.
f5) Casfia FoL trijugis obovati* , extérioribus majoribifs,
Glandula fubularê inter inferiora. Mant. 378. R . Lugibat^
468. Ft. Zeyl, 152. Hért. Ups. 1*0» Mill. Hid. T. 82.
Casfia siliqui quadrangular!. Di l i .» E ltb . 72. T. 63. f. 7J.
ft, Casfia hutnilis Siliquis Foeni graeci. Plum. Spec. 18. T. 76.
f. 2. Senna Orientalis hexaphylla. Herm. Lugdbat. 557. Pluk.
^eint. 342. Galega Indica minot hexaphyllot Amwanni, Raj,
Jiiji, »11, Burm, Ft. Ind. p. 95*
van het den bynaamdraagt. P l h k e n e t i ü s III.'
noemt het Oostivdi/che zesbladige Senna, met A fdeel^,
lange kromme Haauwen, en , zo het de Laage Hoofde
Casfia, met Fenegriekbladen, ook is van P l u - ‘ tuk. __
i e r , dan zou deeze Soort in de beide In-
diën huisvesten.
t<5) Casfia met driepaarigè Spatèlvormige glad- vi. •
de Bladen, de binnenflèn ronder en klei- Ti s ? ^ ul*“
ner, met een ronde 'Klier daar tusfchen ?-weehok'
geplaatst. ‘ge‘ '
Deeze fndiïche ïs Boomachtig en zeer glad,
hebbende rondachtige Haauwen, taay van Schil,
met een dubbeld rond Hokje.
( 7 ) Casfia met driepaarige, 'gerond Eyvormi- vu.
ge y uitgerande, gelyke Blaadjes. Emargin*.
Van deeze , die op de Karibifche Eilanden dé?3" " '
valt, zyn door S l o a n e de Afbeeldingen ge-
géVen, zeggende, dat hét een Gewas is , ’twelk
veele Ryzen van een Vinger dik, ter hoogce
van zes Voeten, uitfehiet, draagende Haauwtjes
van anderhalf Duim o f langer, van binnen een
pur-
(6) Casfia Fol. trijugis obovatis glabris, inter. rotundior.
hiinoribus, Glandula inteijefti globofa. Hort. Clijfi. 155.
Hort. Ups. 100. R. Lugdbat. 4S8. Casfia hexaphylla Siliquï
bicapfulari. Plum. Sp. is . T. 76. f. 1. Burm. Ft. Ind.
p. 9S.
(?) Casfia Fol. trijugis ovatis rotuhdatïs éiflarginatii a:qua~
libus. Hort. Cliffi. 159, R. Lugdbat. 467. Casfia minor fruti-
cofa hexajrhylla Sennac foliis. SloAN. Jam. 14«. Hifi, IL p.
44. T» 180. Raj. Dendr, Iio»
H. DBIJu V, STOK,