HL
A f d e e l .
ix.
H oofds
t u k .
I.
Befaria
&ftuanst
Mexikaa ïi-
le.
I.
VaticA
Chinenfis,
Chineefche.
Dit Gewas, waar van ook maar een enkele
Soort, in Nieuw Spanje of Mexiko groeijen-
d e , bekend is ( 1 ) ; komt voor als een Heefter
van twaalf Voeten hoog, met rondachtige uit-
gefpreide Takken, de Bladen digt aan elkander,
langwerpig Eyrond, ftomp, effenrandig,
glanzig, van onderen Wollig, met zeer korte,
platte, Steeltjes: de Bloemen meest aan ’< end
der Takken, op ruige takkige Steeltjes, Vleefch-
kleurig.
V a t i c a .
De Kelk is vyfdeelig, met v y f Bloemblaadjes
en vyftien ongefteelde Meelknopjes , die
ieder vier Holligheden hebben, waar van de
binnenften kortst. V
Dit i s , zo wel als ’t voorige, een nieuw,
lings ontdekt Gewas ( 1 ) , in China groeijen-
de , dat in Geftalte naar den Citroenboom
zweemt. Hetzelve heeft de Takken geftreept
o f hoekig en eenïgermaate Wollig; de Bladen
overhoeks, gefteeld, Hartvormig ovaal, effen-
randig , wederzyds glad , geaderd , een Span
lang, een Hand breed : de Bloemen komen
Pluimswyze, meest aan ’t end der Takjes; van
grootte als die van den Citroenboom.
H A-
(1) Befaria. Syst. Nat. Peg. XIII. Gen. U io. p. 36$.
Mant. 242»
( i ) Vatica. Syst. Nat. Veg. XIII. Gen. 1311. p. 36S.
Mant. 242.
D o D S C A M d r i a . lap
V
H A L E S I A . HL
Afdejil.'
8 IX
Dit Geflagt, dat naar den vermaarden H a- hoofd,
jles , door zyne Weegkunde der Plantge-stuk.
wasfen bekend , getyteld i s , heeft den Kelk . Mmgy
viertandig, boven het Vrugtbeginzel; de Bloem ma'
in vieren gedeeld , en de Vrugt is eene vierhoekige,
vierzaadige, Noot (*).
Twee Soorten, beiden uit Noord»Amerika,
komen in hetzelve vo o r, als volgt.
C i) Halefia met Lancets^ys' Eyronde Bla• i*
den, de Steelen geklierd. mrafura,
Victwiekfe
Dit Gewas is door C a t e s b y afgebeeld en se-
befchreeven als een Heefter , in Karolina door-
gaans tien Voeten hoog wordende én dikwils
met twee o f drie dunne Stammen opgroeijen-
d e , hebbende Bladen als die der Peereboomeü
o f Vogelkérfen en witte Klokswyze Bloemen.
De Heer E l l i s heeft ’e r , naar die uit Zaad
in Engeland opgekomen waren , ook een Afbeel
( i ) Zo wel in Ed. XIII. “Neg. door den Heer MuHRAY,
als in Ed. XII. Syst, Nat. flaat wel Nux 4 singularis 2 fper-
ma; tnaar in de Optelling der Gellagten , Pene. 4 fper mum
4 angulatum ; 't welk niet de opgegeverie Kenmerken vatl
El l is en niet de befchtyving beter ftrookt.
(1) Halefia Fol. lanceolato - ovatis } petiolis glandulofis.
Syst. Nat. XII. Gen. 596. p. 326. Neg. XIII. Gen. $96. p.
3 69, Halefia Fruftibus membranaceo - qaadrangulatis. E Il .
Ph'il, Trans. Vol, LI. p. S31. T. 22. f. A. Frutex Fadi fct.
liis fertatis &c, CAtesb. Car. I. T. p. 64. Seligm, Vegels,
I
II. DEEL. V, StuK,