338 T w e e m a g t i g e H e e s t e r s .
III. goet , met en benevens veele andere raare
'Afdeel. piantgewasfen , door den Wel E I Geftrengen
H oofd- Heer R a d e r m a c h e r , Baljuw te Batavia,
s t u k . u ic Oostindie is toegezonden: te meer, dewyl
Schuil. jjj n0g Bloempjes daar aan gevonden heb , niet
a|jeen mgt deeze Klasfe, maar ook met dit
Gefiagt overeenkomftig. Dus kan ik verzeker
ren, dat dezelven Pypachtig zyn , in v y f Slippen
verdeeld , met een langen Styl en vier
zeer lange Meeldraadjes, waar van twee zig
korter dan de anderen vertoonden. Zelfs heb
ik de tweedeeligheid van den Stempel daar in
waargenomen. De Bladen zyn juist z o , als
hier in de bepaaling van deeze Soort is opgegeven
, tegenover elkander in ’t kruis geplaatst
, gelyk de Afbeelding in Fig. 2 , op Plaat
XXVI , aantoont. De Vrugt-Pluim beflaat
uit Trosjes , die uit de Orelen voortkomen,
op enkelde Steeltjes, welke zig doorgaans in
drieën verdeden , en dan by ieder verdeeling
twee fmalle Blikjes hebben. Op het end van
dezelve komt één o f meer thans zwarte Befiën
voort, waar van de volkomenften vier-, de anderen
drie-, tweedubbeld o f enkeld z y n : gelyk
zig dit alles aan één Trosje hier openbaart. Ieder
Befie heeft ééne Holligheid, en bevat daar
in een rond Zaad. Voorts rusten deeze Vrug-
ten op den Kelk, die uitgezet is , en anders zig
volmaakt Klokvormig, onverdeeld en naauwlyks
getand, even als in de beichryving, vertoont.
Dit doet het Gewas van de tolkamer ia multifiora
D ï b Y N A M i A. 339
ra van den Heer N. L . B ü r m a n n d s , naar III.
welke het anders , wegens de Hartvormige Afi1ï1eï-*
Trosbladen , wel gelyken zou , blykbaarlyk Hoofd-
Verfchillen ; hoewel het , wegens de langeSTCJK*
Meeldraadjes en ééozaadige Besfèn, nader
Ichyüt te komen aan ’t volgende Gefiagt.
C l e r o d e n d r u m. L otbo om .
D e Kenmerken zyn , een vyfdeelige Kloks-
wyze K,elk , de Bloem een Draadachtig dun v
Pypje, met eenen Smoelachtig in vyven egaal
verdeelden rand : de Meeldraadjes zeer lang,
doch twee korter dan de anderen j de Vrugt
een eenzaadige Befie.
Vier Soorten komen thans in dit Gefiagt
vo o r , altemaal in Oostindie groeijende , als
volgt.
( i j Lotboom met Hartvormige Wollige Bla- r.
d€Tl. Cleroien•
1 drum info? .
De Griekicbe naam , door den Hoogleefaar ° ngeiuk*
J. B ü r m a n n us aan dit Gefiagt gegeven , ^e"
betekent Lotboom , en die bcnaamïng Rrookt
beter met de bynaamen der Soorten, dan Geluks
( i ) Clercdendrum Foliis Cordatis tomentofis. Syse. Nat,
XII. Gen, 7%9. p. 41s, y eg. x i l l . p. 4g3. Fl. Zoyl. 252*
Clerod. Fol. lato & acuminato. Bu*m. Zeyl. 66, T . 2 9 . Pe.
rügu. Hert. Mal. II. p. ö . T. is . Raj. Hiß. r j7 i. Petaff.
tes agreftis. Rumph. Amb, IV. p. iog, 'f . 45. S urm. Fl.
ïnd. 137.
Y' 2
II. Deel. V, Stu®.