in. 'Afdeel
XI.
H oofd
s to k .
Eenviy-
D i'gt.
VIT.
Ciftut
Salvifoliu
Salieblaöige.
Gewas , omftreeks Montpellier groeijende ,
’ voorgefteld ; zo dat aan deeze , in ’t byzonder,
niet billyk de naam van Montpellierfche, door
B a o h i n ü Sj gegeven was. De Bladen zyn
zeer fmal, zwartacbtig o f donker groen, en,
zo wel als de jonge Takjes , met een taay
Vogt bedaauwd : de Bloemen in dit Geflagt
byna de allerkleinften , wit van Kleur, ’t Gewas
groeit met Houtig, donker bruin Rys, rykelyk
een Elle hoog. Op de Wortels van hetzelve
werdt de zogenaamde Hypocistis door hem gevonden.
( j ) Ciftus, die Boomachtig is , met Eyronde,
gefleelde, wederzyds ruige Bladen.
Hier toe behoort de Wyfjes - Ciftus van den
gezegden Autheur , draagende witte o f geele
Bloemen. Deeze was hem op eenige plaatfen
van Spanje en omftreeks Bayonne; de witbloe*
mige door geheel Spanje, Portugal, Languedok,
Provence en in ’t Dauphiné, overvloedig voorgekomen.
De Spanjaarden noemden dezelve
Xara • Eftepa , als een mrddelflag tusfchen de
Mannetjes Ciftus en Ledon , zo hy aanmerkt 5
die van Languedok Mougès ; welke naam, aldaar
, volgens Godak, aan de voorgaande
ge-
(7) Ciftut Arbor. exftip. Fol. ovatis , petiolatïs utrinqae
hirfuris. H Cliff. &c. Ciftus Foemina Folio Salvix. C. B.
Fin 46+ Cift. Foemina C lus. Hifi. I. p. 70, Hisf, 141.
Gouan. HM. Gek. Prev. IHi, Garjd. HM.
gegeven wordt. Het is een Heefter, zelden III.
meer dan een Elle h o og , met zwartachtige AF£tEEL*
Takken en roadachtige Bladen, ruuw en hard, Hoofd-
doch groen; de Bloemen van middelbaare groot-STüK*
te , op lange Steeltjes. De Vrugt, in de Kelk , Monw>
aanrypende, was een platrond Zaadhuisje, met
zwarte taamelyk groote Zaadjes, De Bladen
bevondt hy in deeze Soort van een wrange
famen trekken de Smaak , gelyk in alle zyne
Mannetjes-Ciftus.
(S) Ciftus , die Baomachtig is , met Spatel- yin,
yormige Wollig ruige .Bladen, de onder • in? ln “s.
ften onder tot een Scheede famengegrotid. Gryze-
De Tweede Mannetjes - Ciftus, hier aangehaald
, in Spanje groeijende , is een Heefter
van Mans langte en fomtyds hooger , zeer
Takkig, doch minder witachtig dan de Eerfte,
en de Bladen ook fpitfer hebbende, de Bloemen
Lyfkleurig rood. Dit komt zeer weinig
met de bepaaling overeen. L i n n ^eus geeft
aan deeze Soort paarfche Bloemen.
(9) Ciftus j die Boomachtig i s , met Spatel- ix.
Ciftus
vor-cJicus.
KandU.
f ï ) Ciftns Arbor. exftip. Fol. fpatulatis romentofis rugofis, fche,
Inferioribus bafi connatis vagi nantibns. H. Cliff. &c. C. Mas
anguftifolius. C. B, Pin. 464. Ciftus Mas fecundus. Clus.
Hiß. I. p. 69. Hisp. 117.
(9) Ciftut Arbot. exftip. Fol. Ipatulato- ovatis petialatis
enerviis fcabris, Calycibus lanceolatis. Ciftus Ladanifeia Cre-
tsca. Tournf. Cer. 19. Bux*. Cent. III, p. 34, T. 64. f. 1.
R 4 Cf? II. ÜEÏl. V. STVK,