III. naar dezelven in ’t Franfch Framboifier, in 't
Afd| e l* Engelfch Rasberry - Tree getyteld. De Vrugten
H oofd- ze lf noemen de Duitfchers Hunbeeren of Hin-
STUK* beer en , en wy ook wel Hinnebejïè'n. In
t?jge*e wy' Sweeden , alwaar zy ook groeijen, is behalve
de gemeene naam Hallon , die van Eringbaer,
Fallbaer en Brombaer o f Ullbaer bekend. De
Laplanders heetenze Gappermurie , ’c welk
eenigszins naar den Spaanfchen naam Carcamo-
ras fchynt te gelyken. De Latynfche Rubus
Idceus, by welleen ’er D i o s c o r i d e s van
fpreekt, zou van den Berg Ida in Griekenland
afkomftig zyn. Op Steenachtige Gronden, die
woest leggen, komen de Braamboozen in Sweeden,
Engeland, Duitfchland, Vrankryk en Italië
, ja zelfs aldaar in de Bosfchen , wild voort;
doch hier te lande vindt men ze niet dan in
de Hoven.
’t Gewas beflaat uit Stengen , die veelen te
gelyk uit eenen Wortel fpruiten , welke in
’ t voortloopen naauwlyks te bedwingen is. De
Takken zyn met fcherpe Doornen gewapend,
en draagen Bladfleelen van drie o f vyf ovaale
Bladen, van onderen wit en Wollig, van boven
helder groen. De Vrugten, iedereen bekend,
zyn zeer Sappig en aangenaam rins van
Smaak , van eene verkoelende hoedanigheid.
De Syroop daar van gemaakt, als ook het gedefinieerde
Water en de Geest, worden onder
de Winkelmiddelen geteld. Een geurige en
zeer (kragtige Wyn kan ’er van gehaakt worden.
den. De Toppen, Bladen, Bloemen en 0Q*AfJ)1I*l -
rype Vrugten, zyn wegens de famentrekkende x.
hoedanigheid vermaard. H oofd-
(<i) Braamboos met drievinnige van onderen n.
Wollige Bladen, de Bladfteelen rond, de 0cf£ta-
Steng gedoomd. fetindi,
In Virginie en Kanada groeit deeze SoortfcUe'
van Braamboozen , welke zeer aangenaame
Vrugten draagt , en door een blaauwen Waa-
fem, die op de Steelen legt, van de geweo-
ne o f Europifche, welke in Virginie ook
groeit , onderfcheiden wordt. In Penfylvanie
vondt K a lm dezelve een groot Onkruid op
de Zaaylanden te zyn , maakende, door haare
langs den Grond voortloopende Ranken , de
woest leggende o f verlaatene Akkers gevaarlyk
te bewandelen : want het Gewas hadt ongemeen
fcherpe kromme Doornen. De Vrugten,
die het draagt , zyn gewponlyk zwart, doch
fomtyds ook rood , rinfer en aangenaamer dan
de gewoone Braamboozen, zegt onze Ridder.
Daar te Lande wordt ’er Wyn van gemaakt.
(3) Braam-
(2) RubusVól. ternatis fubtus tomentofis, Caule acaleato,
Fetiolis teretibus. Kalm. ft. II. p. 283, Rubus Fol longiori-
bus &c. SLOAN. Jam. 173. Hiß. IT. p. 109. T. 213. f. I.
Raj. Dendr, 76. Rub. Idieus Fr. nigro Virginianus. DiLL'.
Eltb. 327, T. 287. f. 319. Rub. Amcr. magis ere&us, Spinis
larioribus, Stipite coeruleo. Pluk. Alm. 325. Gkon, Hirg. II.
p. 78.
o y