III* femboompjes van L ob e l , dus genaamd we-
§ens den voortreffelyken Reuk. In beide op-
H oofd- zigten is deeze Heefter een Juweel der Berg-
sTUK. Woeftynen. Hy groeit, zo wel als de eerfte
ti^enwy Soort, op de toppen der Alpen en Bergen van
Ooftenryk, doch komt een weinig zeldzaamer
vo o r , hebbende veel met dezelve gemeen ;
dan de Bloemen zyn kleiner en bleeker, meest
Vleefchkleurig , zo de Heer H a l l e r aantekent.
iv. ( 4) Roozelaar met gehactirde Bladen en jRa*
_RhoiCbamac»fri . derachti0ge Bloemen.
Laage. In laagheid van Gewas verlchilt deeze meest
van de voorgaande , als een Heeftertje zynde
van naauwlyks een half Voet hoog, met veele
dunne Takjes als Heide , die zeer digt bezet
zyn met Blaadjes als der Myrthen, op de kanten
gehaaird ; de Bloemen taamelyk groot, en
zig als vyfbladig vertoonende. C l u s i u s vondt
deeze op de toppen der hooge Bergen van
Ooftenryk, en zy groeit ook in ’t Saltzburg-
fche, alwaar M i c h e l i ü s , die ’er mede een
Afbeelding van g e e ft, haar met Bloemen beladen
, nevens den gemeenen W e g , by Reichen
(4) Rhododendron Fol. ciliatii , Corollis rotatis. Lid urn fol.
Serpylli ad margines Cilii Inftar pilofis. AUCH. Gen. z is . T.
10S. Charnscifhis hirfuta. C. B. Pin. 456. Chamxciftus M yt-
tifulius. Clus. Par.n. 65. Ie. 64. Cift. pumilus Moiitis Baldi.
.1 B. Hiß, II. p. 19. Raj. Hiß. looj.-Cifi. Chamaiodod» Scc. FiUE. Alm. 106. T. ij, F, 4.
chenthall, gevonden heeft in de Maand A u g u s -^ W ^
tus , en in zyn Tuin overgebragt, in welke zy : VI1I.
twee Jaaren lang gegroeid heeft en niet alleen Ho o fd -
Bloemen, maar ook Vrugten voortgebragt, ’t
welk C l u s i u s vrugteloos hadt onderno- niat
Dit flag van Gewasfen , naamelyk, t welk
in de fpleeten van hemelhooge Rotfen en als
in een eeuwigduurende Winterkoude groeit ,
is moeielyker aan een zagten Grond en ge-
maatigde Lugtftreek te gewennen , dan de
meefte Oost- en Westindifche Planten. Men
is niet in ftaat, om ’er een dergelyke Groey-
plaats aan te bezorgen, en dit maakt, dat wy
deeze zeldzaamheden van ons eigen Wereldsdeel
in onze openbaare en byzondere Kruidhoven,
hoe keurig ook , en hoe uitvoerig van alles
voorzien, niet leevend kunnen befchouwen.
(5) Roozelaar met glanzige, Lancetvormige, y
wederzyds gladde Bladen en endelingfeptnt-icunr%
Bloemtrosfen. fcue,“™ 1’
Aan de Kust der Zwarte Z e e , by Trebi-
zonde, nam de vermaarde T o u r n e f o r t
deeze zo wel als een ander Plantgewas, dat hy
mede tot dit Geflagt betrokken heeft , doch
tot de Azalea behoort * , waar. De hoogte * Z’e
dShier voor.
(s) Rhododendron Fol. nitidis lanceolatis atiiaque glabris ,
Racemis teiminalibus. Ch. ïontica maxima , Laurocerafi folio.
TOURNF. Cor. 4i. H. I I . p- *9 * 92«