A fdeel 3Cht1^ 1S met een e0^e^eQ Styl , wordt een
xiii.‘ Vru§c> dic uit v y f famengegroeide Huisjes be-
H oofd* ftaat, bevattende veele Nierachtige Zaaden.
stuk. >t G eta] der Soorten > byna altemaal indifche
fjijf. Gewasfen, de mccften Heefteracbtig en veelen
in ’t Geflagt van Ketraia by T o g r n e f o r t
begreepen , is vyf- o f zes - en - twintig , als
volgt.
mL«* ^ HibJSCUS met Eyronde ’ S'fpitfie, Zaags*
Mtfehtu- wys getande Bladen j de Steng geheel en-
” weibioe* keld tn Bloemdraagende Bladßeelen.
tnigc.
Deeze , in Kanada en Virginie groeijende
wordt voor de Rofa Mofcheutos van P l i n i u s
aangezien, waar van de bynaam. Hy zegt, dat
dezelve groeit aan eep Steng als van de Ma!va,
met Bladen van den Olyfboom. De Bloem zit
hier op den Bladfteel, even als in de Turnera
met Olmen - Bladen.
in .. 00 Hibiscus met een geheel enkelde, Kruidige
GroSloê- StenS > de Bladen Eyrond , byna drie-
miSe* kwab-
(1) Hibiscus Fol. ovatis acuminatis ferratis, Caule fimplicis-
firao, Fettolis Floriferis. Syst. Nat. XII. Gen. t*6. p. +s 3,
rt%. XIII. p. $iz . Hib. Fol. ovar. crcnatis, angulislateralibus
obfoletis. H. Clitf. 34s- R. LuSdb. s s z. AlceaRofea peregrina
&c. CORN. Canad. 14j . MORIs. Hiß. II. p. S 3Z. S. 5, T.
19* f. 6. Gron. yirg. 102.
(2) Hibiscus Canle Herbacee fimplicisfimo, Fol,ovatis fiibJ
trilobisfubtus tomentofis, Flotibus axiliatibus. Althna paluftris.
C. B. Pin. 316. Althxa Hortend» five peregrina Dod. Pempt, 6ss„
Eetmia paluftrisFlorepurpurco, Tournf. Inß. roo.
kwabbig, van onderen Wollig; de Bloemen HL .
in de Oxelen. xni.’
De geftalte van decze is als de voorgaande. STUK<
Het fchynt te zyn de Moeras - fatmia , die Ptiym-l
Heefterachtig is , met zagte Bladen als vonir>a‘
Efchdoorn en een zeer groote witte Bloem ,
die paarfch genaveld i s , van C l a y t o m in
Virginie waargenomen en door den Heer G ro-
uoviüs tot de voorgaande Soort betrokken.
Die welke D o d o n é u s in de Nederlandfche
Hoven waarnam, onder den naam van Vreemde
Witte Heemst of Witte Hof - Maluwe, by hem
afgebeeld , heeft de Bladen meer gelykende
naar die der Popelieren (*). Z y zyn breed-
Eyrond, ftomp getand , drieribbig, van onderen
Wollig, ’t Gewas duurt maar één Jaar,
zegt onze Ridder, en heeft Stengen van anderhalf
Voet hoog , die niet Takkig zyn. De
Bloemfteeltjes komen enkeld voort uit de Oxels
der bovenfte Bladen , zyn langer dan de Blad-
fteelen , eenbloemig, geknikt. De Bloem is
zeer groot.
C3J Hibiscus met Hartvormige ejfenrmdige nr.
p i , Ptpulneus. J5ia- popclier-
. biadigc.
( 9) Ketraia AmericanaPopuli folio. Tournf. Inft, ioo. wordt
hier aangehaald dooi den Heer Gronovius , doch zodanige,
maar wel Africana, is by Tournefort niet,
(3) Hibiscus Fol. Cordatis integerrinais , Caule Arboteo,
Calyce exteriore indivifo. Fl. SStyl. 25S. Alcea MalabarienGs,
Abutili folio 8cc. Raj, Hifi. 16(9. Novella Littorea. Rumph.
Amb. ii. p. 224. T . 74. Bupariti, Hert, Mal, I. p. j i . T.
29. BURM. Fl. Ind* p. 15*.
U. DHL, Vt STUK,